Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/218

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

niet aan hof- of kerplichten behoefde te geven, wijdde zij in de afzondering aan de kunst en zelfs aan de poëzie. Zij bespeelde de harpe, en de liederen, die zij er bij zong, waren van haar eigen maaksel; en zij liet zich door meester Hans, den Duitscher, onderricht geven in de miniatuur-schildering; en Karel had haar in oogenblikken van goede luim nu eens zijne Christine van Pisa genoemd, en dan weder voorspeld, dat er in haar eene jongere Margaretha van Eyk zou opbloeien. Meer helder zag hij niet in deze liefde tot de kunst, en de erkende deugd en vroomheid der Vidamesse weerhield laster en spotzucht, deze oefeningen verdacht te maken; maar de blik van den hartstocht ziet scherp. De Jonker van Ravesteijn, die Jehanne volgde als hare schim, waar het slechts eenigszins zijn kon, maar nu met alle ridderlijke courtoisie, had al zeer spoedig opgemerkt dat de meester-schilder Hans jegens »zijne dame” (zooals hij haar noemde) in toon en manieren die zekere zachte vertrouwelijkheid had, die van iets meer eigens en gemeenzaams getuigde, dan hem toescheen rechtens te mogen bestaan tusschen eene Jonkvrouw van haar rang en een »vileijn;” maar hij durfde evenmin zijn vermoeden openbaren, uit vreeze de Vidamesse te vertoornen, als zijn misnoegen toonen tegen Jehan. Hij verbeeldde zich, dat hij wel moed zou hebben dezen uit te dagen, ware hij ridder geweest; maar tegen een peintre-varlet! een man uit het volk, die niet het recht had den degen te voeren, kon hij zijn gevoel van gekrenktheid niet uiten, dan op zulke wijze, die de Hertog wellicht even kwalijk zou opnemen als Jehanne. Hij vergenoegde zich dus met hem scherp in het oog te houden, en dien zekeren koelen, minachtenden toon jegens hem aan te nemen, dien Jehan, hoe ook verzacht en tot dulden gestemd, nauwelijks met lijdzaamheid kon dragen. Jehanne, die hem van hare moeielijke verhouding tegenover den Jonker had ingelicht, legde hem toch die lijdzaamheid op, en Jehan hield zich zooveel mogelijk uit den weg van den Jonker; maar Philippe Monsieur trad in den zijnen en matigde zich het recht aan om Jehanne te volgen, als deze hem in zijne werkplaats bezocht, of bij haar in te dringen, onder voorwendsel van hare vorderingen te bewonderen, als zij zich oefende in zijne kunst. Dat tergde meester Hans tot vlagen van zijne vroegere woeste drift, die Jehanne nauwelijks machtig was te beteugelen, en zij zelve begon dit juk ondragelijk te vinden. In hare tegenwoordigheid onthielden