Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/225

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

God en voor u, maar alleen op zulke wijze als u goed en noodig kan zijn. En nu, ik ga....”

»Is dit uw afscheid?”

»Wij zien elkander nog weer; maar ik moet Monseigneur gaan spreken; ik worde gewacht, en ik heb alleen deze ure! Bedenk toch, ik moet zorgen dat uw vertrek in de oogen van 't Hof niet den schijn aanneme eener ballingschap, maar veeleer dien eener singuliere gonste!”




De Vidamesse de Heurne vond haar doorluchtigen bloedverwant goed gestemd om haar met welwillendheid aan te hooren. — »Hadt ge geen gehoor gevraagd, schoone nicht, ik had u tot mij laten roepen,” sprak hij opgeruimd. »Ik heb eene tijding voor u, die u soelaas zal geven. Messire Adolf van Cleef heeft den rouw afgelegd, dien hij droeg over de schoone Beatrice van Portugal, zijne vrouw zaliger, en zich eene nieuwe gezellin gekozen, raad eens wie?”

»Ik wage hier geene gissing, Monseigneur!” sprak zij wat verschrikt; want onrust rees bij haar op of niet zij zelve het voorwerp van die keuze zou zijn. Messire Adolf was niet zooveel haar oudere, of hij was beter partuur voor haar dan zijn jeugdige zoon.

»Verpijn u daartoe ook niet; ik zal 't u zeggen. Vrouwe Anna, des Heeren van Borselen's weduwe, is de uitverkorene. Gij ziet het, die van Ravesteijn willen uit alle macht zich vereenen met ons bloed.”

»Me Vrouwe Anna gaat een hoog hijlik aan,” hernam Jehanne, gerustgesteld, doch wat koel. (Deze natuurlijke dochter van Philips den Goeden was haar als eene vreemde.)

»Zij doet meer; zij gaat het uwe breken!”

»Monseigneur!” riep Jehanne verrast.

»Ja, mijn kind!” hernam de Hertog lachend. »Philippe — ware hij duizendmaal aan u verloofd — kan toch niet de zuster zijner stiefmoeder hijliken... Er zouden dispensaties van Rome noodig zijn... en... die zullen nooit gegeven worden.. niet eens gevraagd..... want ik ben er tegen! zoo zult gij vrij zijn.”

»En weten de Heeren van Ravesteijn van deze uwe beslissing, genadige Heer?”