Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/435

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Wij zijn nu genoegzaam ingelicht om te begrijpen wat hij beoogde met zijn verlangen om tot Elisabeth toegelaten te worden; men zal nu zelf oordeelen hoe hij partij trok van den verkregen wensch.

Hij knielde neder aan de voeten van Elisabeth met eene mengeling van galanterie en eerbied, die van goede staatkunde was tegenover eene kleindochter van Maria Stuart. Mary bleef staan naast den armstoel harer meesteres, en daar zij van die plaats op het gelaat der Vorstin onweer of zonneschijn evengoed kon vooruitzien als aan Drebbel toegekend werd dat in de natuur te doen, kon zij haar bondgenoot door blik of wenk aanmoedigen in het spreken, of het voortgaan ontraden als het noodig was.

Na de eerste vragen tot inleiding en nauwere bekendheid met den persoon dien zij voor zich had, kwam Elisabeth snel op het voorwerp harer nieuwsgierigheid, den man, die, als Mary zeide, niet door tooverij, maar door zijne uitnemende kennis van de natuur het weder kon vooruitzien en zelfs hitte en koude daarstellen…Dat laatste intusschen is nauw geloofbaar,” eindigde zij weifelend tusschen geloof en wantrouwen.

»Toch is dat waar, doorluchtige Vrouw! alleen niet in den zin waarin Mary het zeker verstaat. De uitnemende kenner der natuur heeft haar dus onderworpen aan zijn wil door zijne grondige kennis der elementen, dat hij sneeuwen regen, ijs en zonnegloed kan daarstellen naar het hem lust, alleen niet door de gansche natuur, maar slechts op zulke bepaalde en bekwame plaatse, die voor zijne kunstbewerking geschikt is.”

»In zijn laboratorium dus?”

»In deze zaal! zoo Uwe Majesteit dat verkiezen mocht.”

De Koningin zag verwonderd om zich heen, als berekende zij de kansen, die de ruimte opleverde voor de zonderlinge vertooning, terwijl zij herhaalde: »In deze zaal?”

»Op het eerste bevel. Zoo iets is hem licht,” sprak Gijsbert, »en meer nog; hij kan donder en bliksem verwekken, in de vrije natuur, buiten tijds en niet anders dan of het van den Hemel kwam! — Voorts weet hij te maken zekere glazen bollen, in welke hij uit kracht der vier elementen daarstelt eene eeuwige beweging… Zulks dat er al wat daar in een jaar op den aardbodem passeert in de natuur, ook al te zamen geschiedt in deze bollen, in vier-en-twintig uren, zoodat men daarin zien en bemer-