Pagina:Bosboom-Toussaint, De hertog van Alba enz (1885).pdf/473

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

shirt, and escape with confiscation of all his property. Did he persist in the avowal of his innocence, two witnesses sent him to the stake, one witness to the rack. He was informed of the testimony against him, but never confronted with the witness. The accuser might be his son, father or the wife of his bosom ( of een doodvijand) for all were enjoined under the death penalty, to inform the inquisitors of every suspicious word which might fall from their nearest relatives. The indictment being thus supported, the prisoner was tried by torture. The rack was the court of justice; the criminal’s only advocate was his fortitude, for the nominal counsellor, who was permitted no communication with the prisoner, and was furnished neither with documents nor with power to procure evidence, was a puppet, aggravating the lawlesness of the proceedings by the mockery of legal forms." [1]

  1. In den loop der tijden werd het rechtsgebied van het (Heilig) Ambt uitgebreid. Het leerde de Wilden van Indië en Amerika sidderen bij den naam der Christenheid. De vrees voor de invoering er van deed de ketterij bevriezen in de harten der vroegere ketters van Italië Frankrijk en Duitschland en overijzelde ze met orthodoxie. Het was een gerechtshof onafhankelijk van alle wereldlijk gezag, staande boven alle andere gerechtshoven. Het was eene rechtbank van monniken, waarvan geen hooger beroep was; die hare handlangers had in ieder huis; die de geheimen van iedere haardstede wist op te delven, vonnis vellende en hare afschuwelijke besluiten uitvoerende — zonder eenige verantwoordelijkheid. — Zij veroordeelde niet (slechts) op daden; maar op gedachten. Zij matigde zich aan om in de diepte der individueele consciëntie door te dringen, en de misdaden te straffen, die zij voorgaf ontdekt te hebben. Haar rechthandel was teruggebracht tot eene ontzettende beknoptheid. Zij nam in hechtenis op vermoeden, pijnigde tot bekentenis en — strafte dan met den brandstapel. Twee getuigen, en nog wel in afzonderlijke feiten, waren voldoende om het slachtoffer in een walgelijken kerker op te sluiten, Hier werd hij spaarzaam van voedsel voorzien; het spreken werd hem verboden en zelfs het zingen, tot welk tijdverdrijf het uauwelijks te denken is, dat hij veel opgewektheid zou hebben — en dan aan zich zelven overgelaten, totdat honger en ellende zijn moed gebroken hadden. Als die tijd ondersteld werd dáár te zijn, werd hij verhoord, Beleed hij zijne ketterij en zwoer hij haar af — hetzij bij werkelijk onschuldig was of niet — dan mocht hij het gewijde hemd aandoen en kwam vrij met verbeurdverklaring zijner bezittingen. Bleef hij volharden in de betuiging zijner onschuld, dan voerden twee getuigen hem naar den noodlottigen staak — een enkele naar de pijnbank. Hij werd bekend gemaakt met de getuigenissen