Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak eerste deel (1886).pdf/288

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

IX.
Wat er kan omgaan op een feest.




Onze kennismaking met de Prinses de Chimay zoude wel eene zeer onvolledige zijn, zoo wij haar alleen hadden bespied in hare eenzaamheid en bij haar samenzijn met Cosmo; want de Prinses is eene van die vrouwen, die veel te weinig zelfstandigheid hebben en veel te licht ontvangbaar zijn voor indrukken, om dezelfde te kunnen blijven onder menschen, die zij was in afzondering. Gedrukt, moedeloos, zonder zorge of aan dacht op haar uiterlijk in de laatste, hernam zij hare veerkracht, hare blijmoedigheid en de ingeboren vrouwelijke behaagzucht, zoo haast zij door de tegenwoordigheid van anderen werd opgewekt en meegesleept. Liever nog: die vrouw was, wat anderen van haar maakten in zulke oogenblikken, en tenzij men het niet onhandig en te kennelijk toelegde op de bestrijding van de twee punten, die zij met eene soort van instinctmatige kracht vasthield — haar geloofsvorm en haar vaderland, — kon men op die zedelijke zwakke en niet zeer helderziende vrouw alle begrippen en gevoelens inenten die men wilde… voor eene