Naar inhoud springen

Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/12

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

als wij weten. Zijne verhouding tot den Burgemeester werd er niet slechter door, als men denken kan. Welhaast, (Mevrouwe Prouninck helpende) verkeerde hij er weer op den voet van het vorige jaar; en op zekeren dag verraste meester Gerard hem met het bericht, dat men Maria naar huis had geroepen, en dat zij dien avond zou aankomen… »En mijne vrouw laat u nooden, om met ons te avond den eersten winterharst te komen eten; zij acht u een goed voorsnijder," voegde de diplomatieke vader er bij, half meesmuilend, half morrend, als bracht hij eene uitnoodiging over, waarin hij zelf geene stem had.

Maar Wijndrik die wel wist, hoe weinig er in dat huis iets belangrijks geschiedde buiten, veelmin tegen den wil van den heer des huizes, schepte er vroolijke hoop uit, niet enkel voor de vreugd van dien avond, maar ook voor de toekomst.

De eerste overtrof zelf zijne stoutste hoop, als wij hoor en zullen. De heer van Brakel was op den inval gekomen, om zelf zijne lieve gast naar huis terug te brengen, en dan verder te Utrecht te blijven, waar ambtszaken hem heen riepen, doch waar zijne familie hem nog niet volgen zoude; »want de jonkvrouwen Ada en Odilia konden nog niet terstond besluiten met mij te keeren," voegde hij er bij; »zij hadden met elkaar nog zóó veel te bespreken, en waren zulke vertrouwde vriendinnen geworden, dat ze het stille samenzijn op het land kozen voor het woelig verblijf in de drukke stad."

Wijndrik zuchtte; hij begreep, dat Ada zich nog niet sterk genoeg had gevoeld om naar Utrecht te komen, waar zij de Maulde kon wederzien, en dat de lieve Odilia zich, om den wille harer lijdende vriendin, die eenzaamheid getroostte.

»En ’t is goed ook," dacht hij; »want de Maulde ligt nu zoo gansch in de ketenen der Prinses de Chimay, die zoo roekeloos pronkend vertoon maakt met hare verovering, dat het Ada ter dood toe zoude grieven, zoo ze ’t vernam; en hoe zou men