Pagina:Bosboom-Toussaint, De vrouwen van het Leycestersche tijdvak tweede deel (1886).pdf/146

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

zijn schandelijken val, en den vloek der nakomelingschap, wille van het éénige, waarom hij op haar dank had mogen rekenen…"

En de scherpe, schelle stem van Fabian had iets van het schuifelen eener ratelslang, iets van het snuiven een er hyena die rondom hare prooi heensluipt, iets ook van een fijn stylet, dat vergif brengt in de wonden die het maakt. Daarbij werden zijne trekken woest en ontsteld, zijne oogen verdraaiden zich in hunne kassen, en zijne verbleekte lippen trilden, terwijl ze vochtig werden van een fijn, bloedig schuim, bij het zwijgen door een kwaadaardig tandgeknars voortgebracht. In de uiterste opwinding, waartoe hij zich had laten vervoeren, ging hij voort:

»En omdat gij het zijt, gij machtigste en schranderste in dit land! die mij daartoe de hand wilt bieden, die den wil hebt als de macht om hem daartoe te brengen, daarom wil ik uw dienaar zijn, uw slaaf, ik de fierste van alle menschen; daarom zal mij geen dienst te gering, geene misdaad te zwart zijn, die gij mij gebieden zult tot dit doel…"

Barneveld voelde zich een oogenblik door de walging en den afkeer bevangen, dien wij ontwaren in ’t bijzijn van een uitzinnige, of van een, die door ’t misbruik van bedwelmenden drank het gebruik zijner rede heeft verloren. Zeker kwamen hem woorden van verontwaardiging op de tong, doch hij bedacht, dat de Engelschman in een toestand van overspanning was, die door terging en prikkeling zich tot razernij kon verheffen; en daarbij, hij had hem noodig; hij had nog veel met hem te bespreken, en hij overwoog snel, dat het beter was hem te beschouwen en te behandelen, zooals men met lieden in zulken toestand moet doen: die men een verzachtend middel toedient, dat hen afleidt of een ijsbad, dat hen plotseling tot zich zelven brengt. Het laatste lag meer in het karakter van den Advocaat, vooral waar hij geene sympathie voelen kon; hij zeide dus alleen: