Pagina:Bosboom-Toussaint, Een Leidsch student in 1593 enz (1888).pdf/438

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

hij relief heeft gekregen, misschien als de eenige belangrijke waartoe hij geroepen werd!

Wij lezen bij Brandt, als deze hem noemt: »meest bekend als de steller der verantwoording." Anderen zeggen kortweg: »de Verantwoording werd geschreven door een François predikant, hofprediker bij den Prins", en laten zelfs den naam weg als niet ter zake dienende, alsof iedere Françoische predikant evengoed dat werk had kunnen doen; en toch was het eene taak van zooveel gewicht, die zooveel scherpzinnigheid en te gelijk zooveel tact vereischte, zooveel rechtskennis en behendigheid, zooveel staatswetenschap en bekendheid met de gebeurtenissen van den dag als met de geheimen van vorsten en hofintriges, dat het werkelijk voldoende zou zijn geweest voor zijne vermaardheid, zoo hij niets dan dit alleen voor Oranje had verricht.

Er zijn misschien onder de lezers enkelen, voor wie de herinnering aan de aanleiding dier verantwoording niet geheel overbodig is. Wij bedoelen het antwoord van den prins van Oranje op de beschuldigingen door Filips II tegen hem ingebracht, toen hij den ban over hem uitsprak en hem vervallen verklaarde van alle zijne waardigheden en rechten.

De Spaansche monarch, de worsteling met zijne Nederlanden moede, die hem reeds zooveel gouds had gekost en zooveel bloeds, zonder dat hij ze naar zijn wil had gekneed zooals Alba hem had beloofd, had ten laatste een anderen toon aangeslagen dan dien van den despoot. Hij had openlijk de handelingen van zijn ouden Toledo afgekeurd, had den ridderlijken Don Juan, zijn natuurlijken broeder, aan de half verloren zaak gewaagd, had den listigen, krijgskundigen Parma het opperbevel in handen gegeven, had zelfs de landvoogdes Margaretha naar Brussel doen terugkeeren, maar alles zonder merkelijk goed gevolg. Als de vogelaar floot hij tevergeefs: vrede! vrede! De lokstem trof geen doel, zij wekte slechts argwaan en verdeeldheid.

Intusschen werd er door zijne rebellische onderdanen druk onderhandeld met Frankrijk, om met dit land in bondgenootschap te treden en een prins van den bloede als Eminent Hoofd te verkrijgen, daar Oranje, hoewel de ziel van den tegenstand, nog vooreerst niet kon besluiten als openlijk erkend hoofd op te treden… Zoo dit bondgenootschap gelukte, zoo de hertog van