Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/107

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Romuald was nog weder een van hen, die tot dezen dienst gebruikt werden; maar, hetzij uit vermoeienis of uit gemoedsaandoening, zijn voorkomen had zoo iets uitgeputs en lijdends, zijne oogen stonden zoo glasachtig en zijn bleek gelaat zoo strak, dat de goedhartige edelman hem de fakkel ter halverwege ontnam, hem schielijk een: »Wacht mij hier!” toefluisterde, en zijn Vorst zelf den dienst bewees.

Toen Romuald, daarop vrij verlegen met zijn persoon, tegen den wand der gothisch gebeeldhouwde galerij bleef leunen, zag hij na eene korte poos den Bourgondischen Heer tot hem terugkeeren.

»Jonge man! ik wacht een dienst van u. Antoni van Bourgondië heeft knapen en heeren genoeg om zijne bevelen te volbrengen, maar dit eene kan alleen een dienaar van den Hertog voor hem doen. Deze sleutel opent u de kleine achterpoort. Gij vindt daar buiten een man, tot wien gij zeggen zult: »York!” en die u antwoorden zal: »Sjabloon:TAAL Eerst dán geeft ge hem dit pakket, en gij hebt uwe taak verricht en deze tien tournoijsen verdiend. Alleen gij zwijgt; kan ik daar zeker van zijn?”

»Ja, mijn edele Heer!” antwoordde Romuald zonder aarzelen, en den Hemel dankende, want hij zag hier eene schoone kans, om eene plaats te ontkomen, waar hem met iederen voetstap nieuwe lasten en gevaren dreigden.