Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/199

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Houd ruste! met het zwaard in de hand zal ik ze u heroveren!” riep de Vorst, en had reeds zijn wapen uit de scheede getogen. » Geen vrede te Arras, geen schorsing zelfs! ik wil niet, dat de Gentenaars zich moeien in mijne zaken; ik wil de hand niet zijn, die uitvoert, wat zij besloten!”

»O! dan zal er bloed stroomen!” riep Maria, op de knieën nederzinkende, »weder bloed en altijd geweld, altijd onrecht, van welke zijde dan ook! Al het bloed, door mijn Heer Vader roekeloos gespild, komt terug op mijn hoofd! Neen, Heer en gemaal! laat dat niet zijn, hinder gij dit voor het minst. Ik had bij mijns Hortags leven om het staatsbelang reeds geen vader meer; daarna was ik droeve weeze, zonder voogd of schutse; nu sta ik hier, moeder zonder kinderen; laat mij ten lesten geene vrouw worden zonder man! God weet, wat ons nog zou kunnen scheiden; daarom blijf gij met mij, en ik zal achten niets verloren te hebben.”

Maximiliaan hief haar op, en kuste haar op het voorhoofd; diep geroerd verzuchtte hij: »Sta mij nu bij te dezer ure met goeden raad. Wat vang ik aan — Deze te voldoen, mijne eere te redden, de Gentschen te vernederen, hoe kieze ik hier het beste?”

»Als vroeder lieden hoofden draaien, moet de wijsheid wel herberg zoeken onder de kap van een zot,” sprak Koen, zonder aarzelen, met een vrijen en vasten blik op zijn Heer. »En zoo volg wat zij mij toefluistert, gevader Max! Onthoud dien goeden mannen den vrede niet, waarop zij zich gespitst hebben; geef liever, dan dat gij moet laten nemen, en zoo de conditie u niet lijkt, waarop peetoom Lodewijk u de hand toereikt, neem dan den tijd tot bondgenoot. Daar Mevrouwe de Beaujeu [1] geen minnekind begeert, zullen wij onze Oostenrijksche paarle nog langen tijd veilig in de schulp houden. En wie weet, of Françoisen en Gentenaren ten dier dage zoo luid zullen schreeuwen als nu!”

De raad van den Hofnar werd gevolgd, misschien minder, omdat het een goede was, dan wel omdat hij des Aartshertogs eigen besluit herhaalde. Braband en Vlaanderen waren voor het

  1. De dochter van Lodewijk XI, die veel invloed had.