Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/89

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Durft gij wat wagen?”

»Alles om haar.”

»Gij waagt niet veel, als gij behendig zijt,” sprak de langste, en wierp zijn bovenkleed uit. »Verwissel dit met uw wambuis, neem mijne tootschoenen en mijne gantelets; uw lang blond haar is van het onze niet te onderkennen. Ziezoo, die muts daarop. De Provoost zelf zou u nu den standaard in handen geven. Wie let er op, of uwe witte hozen juist van scharlaken zijn als de onze? Wij zijn honderd in getal in ’s Hertogs huis, meest allen Luxemburgers en Henegouwers; maar het eene rot kent nauwelijks het andere van wezen. De portier zal u niet weren, al kent hij u niet. Stap vrij en luchtig de voorpoort in. Onze Heer zal weldra komen; als ge hem ziet, legt gij hem uwe zaak vóór, op de wijze, die gij het best keurt, en het meisje zal te voorschijn komen, al hadden zij haar onder de aarde begraven, en de jonkers zullen hun deel krijgen, als verdiend is. Maar wacht u te bekennen, dat gij niet van de onzen zijt; Karel van Bourgondië is de man, om u zonder onderzoek als spion te doen opknoopen. Als ge wat slim zijt kunt gij echter licht dit noodlot ontgaan; welnu, zijt gij besloten?”

De Duitscher had zijne vermomming reeds voltooid. Wàt vroeg hij naar gevaar en bezwaren? Hij had de liefelijke engel, die geheel zijn hart vervulde, van, hij wist zelf niet welken jammer, te redden of te wreken, en hij gaf er zijn leven voor, zoo hij daarin slaagde. En er sprak veel voor dit goede vooruitzicht. De Bourgondische jongelingen gaven hem nog enkele waarschuwingen en aanwijzingen; en moedig stapte hij — hoe dankte hij zijn beschermheilige -- ongehinderd, schoon niet onopgemerkt, de groote voorpoort binnen. Snel vermengde hij zich in den stoet van lagere dienaren, zich slechts zooveel mogelijk op een afstand houdende van wie eene uitmonstering droegen aan de zijne gelijk. Voor alles wilde hij weten wat er van Süschen geworden was, en hij hoopte het te ervaren uit een of ander gesprek, dat hij schijnbaar onverschillig meende aan te knoopen, of door te luisteren naar de woorden der anderen; maar helaas! het Vlaamsch, het Bourgondisch, het Luiksch, het Henegouwsch, het Hollandsch, alle tongvallen en alle spraakwijzen van al Karel’s Vorstendommen kruisten zich