Pagina:Bosboom-Toussaint, Eene kroon voor Karel den Stouten — Don Abbondio II (1888).pdf/88

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Het wordt eenmaal tijd, dat de lezer wete, hoe deze in het klooster was binnengedrongen, en wat hij er kwam verrichten. Toen de schalke Bertha haar wensch teleurgesteld zag, om den knappen jongeling tot geleider te hebben, had zij hem een wenk gegeven, dat hij, bij wijze van ontmoeting, zich met zijne schoone omstreeks de kapel zou samentreffen; toen zij dus alleen vliedende terugkeerde, vond zij hem op het aangewezen pad; en toen zij hem in snelle woorden en niet verzwakte kleuren het avontuur had afgeschetst, dat haar van Süschen had gescheiden, was het zijne eerste gedachte, zoowel als haar dringend verzoek, dat hij zonder verwijl de bedeesde schoone van de lastige plaaggeesten ging verlossen. Zij zelve zou wel veilig haars weegs gaan; zij zag de Zwarte poort reeds zoo goed als vòòr zich, »en hare veiligheid was voor hem ook van het kleinste belang” voegde zij er spottend bij.

Romuald ijlde dan voort, »op de vleugelen der liefde,” maar die vleugelen hadden hem nog niet ver gebracht, of hij ontmoette de twee teleurgestelde standaardjonkers, die voor den hoogeren rang der pages hadden moeten wijken bij den twist om de Duitsche Helena. Bij de feesten, die de Bourgondische dienaren met de Oostenrijksche hadden in aanraking gebracht, was Romuald met één hunner genoegzaam in kennis geraakt, om hem deelgenoot te maken van zijne onrust over het schoone meisje.

»Was het uwe zuster of uw liefje?” vroeg de Bourgondië.

»Mijne zuster!” sprak Romuald, zonder aarzelen den titel kiezende, die hem het eerwaardigste recht scheen te waarborgen.

»Leugenaar!” hervatte de ander, die de onwaarheid in zijn blos las; »maar gij zijt reeds genoeg gestraft; mijne Heeren de pages.edelknapen, met name Jehan de la Clitte en Philippeau de Beaucaire, hebben haar in hunne macht binnen de muren van het klooster, en wees gelukkig met haar zoo gij ze wederkrijgt!”

»Wat moet ik doen? zeg, wat ik doen moet?” smeekte Romuald, doodelijk verschrikt door hun spot.

De Bourgondiërs beraadden zich te zamen; wat zij uitdachten, zou tegelijk eene goede wraak zijn voor de teleurstelling, die zij zelve hadden geleden.

Zij beschouwden Romuald met aandacht.