Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/128

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

den voet der gelijkheid behandeld; nu de rollen gewisseld waren, vergold deze het haar met vorstelijke groothartigheid, en de gelijkheid tusschen haar was die van zusters, waarvan de eene gelukkiger is dan de andere; de verhouding tot de Koningin Maria van Frankrijk was natuurlijk eene geheel andere, en de uiterlijke eerbied, dien deze beide vorstinnen der Koninginne-moeder betoonden, en waarvan eene strenge etiquette de uitdrukking was, bande die zoete vertrouwelijkheid, waaraan wellicht de ongelukkige de meeste behoefte zou gehad hebben, indien zij die had weten te schatten of uit te lokken; de bezoeken bij haar waren doorgaans ceremonieus, en de gesprekken hielden denzelfden toon, wisseling van vleiende banaliteiten en plichtplegingen, die later door de gedienstige pen van de la Serre als joutere waarheden zouden worden opgedischt.

Maria de Medicis, na de hoffelijke danken welkomstgroeten, zette zich en deed de beide Vorstinnen armstoelen geven aan hare zijde. De Prinsessen, hare dochters, kregen tabourets, waarop zij zich echter niet nederzetten, dan na de hand gekust te hebben der Koninginne-moeder, die haar omhelsde en ieder van haar eene beleefdheid zeide over hare schoonheid en gratie.

De Prinses van Oranje stelde Graaf Willem Frederik voor aan Maria de Medicis, als den vertegenwoordiger der Friesche Nassau’s, daar zijn oudere broeder, pas uit het leger terug, nu te ’s Hage was bij den Prins… en haar zeker spoedig door dezen zou worden voorgesteld.

— Dat zal mij verheugen om tweederlei oorzaak, zeide Maria, dat Zijne Hoogheid, daartoe in staat zijnde, tegelijk bevrijd zal wezen van die bittere kwelling van ’t voeteuvel, ”die, sterker dan vele legers samen, zoo groot een veldheer tot ruste dwingt.

— Mijn gemaal zou weêr aan ’t voeteuvel lijden! hernam Amalia wat bevreemd, dit is een bericht dat mij treft, en daaraf ik niet wist!

— Uwe Doorluchtigheid komt dus niet van ’s Hage?

— Vergeef mij, Mevrouw! ik kom met mijne dochter en mijn cousin van Nassau, van Rijswijk, en opzettelijk herwaart, omdat het verlangen mij perste, Uwe Majesteit weêr te zien. Mijne wellieve vriendin, de Koningin van Bohemen, kwam met hare