Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/144

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Zoo gun mij dan u verder te voeren, want het gezelschap mocht dit vertoeven vreemd vinden! sprak de Landgraaf. Men begrijpt dat de anderen niet naar dit paar hebben gewacht, reeds lang zijn zij buiten en gaan zich in afzonderlijke groepen verstrooien door de lanen. De ridder de l’Espine, schoon hij den schilder wel heeft opgemerkt, was nu zeker te veel verdiept in het discours vol fijne courtoisie, dat hij tot zijne dame richtte, om woord of groete aan hem te wijden.

Honthorst, integendeel, had zeer bijzonder zijne aandacht op hem gericht, en tegelijk aan de jeugdige prinses, op wier gelaat de leliën afgewisseld werden door de snelste en liefelijkste blosjes, en hij begreep, dat eene vijftienjarige prinses, voor het eerst zonder ander opzicht of bescherming dan eenige pages die volgden, en een paar dames, die zich met hare eigene conquêtes bezighielden, met een geleider als deze cavalier nog wel een vriendenoog noodig zou hebben; in de overtuiging, dat hij op dit oogenblik dus het meeste nut zou doen, besloot Honthorst dit paar te volgen en zoo nabij te blijven, als het hem slechts doenlijk zou zijn.

— Zoo ze mij opmerken, voeg ik mij bij hen; ik ben in ’t eind haar leermeester, al is mij geen opzicht over hare zeden aanbevolen. Dit plan uitvoerende, had hij tegelijk met den Landgraaf en Lucienne de galerij verlaten, en volgde hen, overtuigd dat zij hem als vanzelve den weg zouden wijzen naar het overig gezelschap, zooals ook gebeurde, en welhaast bevond hij zich in eene lange rechte laan, die op de diergaarde uitliep, eene hoofdlaan vol standbeelden, bloemvazen op marmeren voetstukken en zodenbanken, maar die ook kleine zijpaadjes had, die heel mogelijk een of ander paar tot eene afwijking van… ’t ander gezelschap kon verleiden. De Landgraaf van Hessen scheen zich die afwijking te willen veroorloven. Bij zeide tot Lucienne.

— Bij de diergaarde is naar afspraak onze samenkomst, maar daarom is de weg er heen niet bepaald. Als de slingerpaden derwaarts leiden, zal het ons toch vrijstaan die te kiezen, ze zijn uitnemend geschikt voor gezelligen kout.

— Zij leiden derwaarts! antwoordde Lucienne, en volgaarne ga ik dit pad, omdat ik jn waarheid veel met Uwe genade heb te bespreken.