Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/206

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Ah! gij zint op Mevrouw Fabroni, glimlachte Honthorst!

— Juist! op Mevrouw Fabroni! hernam René ook glimlachend, en zie hier nu dat precieus gebedenboekje. Wees zoo goed en vul een der ledige parkementblaadjes met Fabroni’s facie, tegen morgenmiddag! Diedrik vraagt het ook van u; hij wist dat ik u spreken zou, en bidt u nu even dringend te doen wat hij u voormaals gebeden heeft te laten!

— Mijnheer de Ridder, bad toen Honthorst, die zich aan alle kanten schaak gezet wist en die zijn mat voorzag, voordat ik u antwoord, bid ik u dit ééne, laat mij drie woorden spreken met mijn jongen vriend.

— Dat kan niet zijn! gij kunt geene communicatie hebben met Diedrik, vóórdat het miniatuur vervaardigd is, en voordat gij mij den grooten wederdienst hebt beloofd, die ik u vrage.

Honthorst bedacht zich eene wijle. — Zal ik hem daarna zien en vrijelijk spreken?

— Te lichter, daar hij zelf dan in volle vrijheid zal wezen.

— Dat bidde ik van neen! dan is hij mij ontsnapt, eer ik hem vangen kan.

— Nu dan… beter! Zoo haast gij ’t miniatuur gereed hebt, al is ’t slechts in omtrekken, komt gij tot mij. Gij zult Diedrik spreken, en ik zal hem niet ontslaan vóór gij zelf dat goed acht. Alleen daar het mij toeschijnt, dat uwe reputatie u niet vergunnen zou, ten eerste zulk stukwerk voor ’t uwe te erkennen, als hier wordt gevraagd, en ten andere, daar het voor een man van ernst beter is zich niet gemoeid te zien in intrigen van hofdames, zal Diedrik de commissie verrichten bij Mevrouw de Sourdiac!

— Ridder! gij ziet het in als ik zelf: mits Diedrik nog voor allen zijne onbekendheid behoude, verliest hij er niets bij, zoo men hem toedicht, wat hij toch reeds heeft aangenomen te doen. En daar gij mij gezworen hebt, dat er hem geen kwaad van toe zal komen…

— Zelfs al had ik daarop niet mijn woord gegeven, hoe zou ’t kunnen zijn?… Mevrouw de Sourdiac zal nooit durven bekennen, dat zij het portret heeft laten schilderen, veelmin den persoon noemen, door wien dat geschied is.

— Gij hebt gelijk! en daarbij,… Honthorst, na zich bedacht