Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/375

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

de page, »want de sennorita is een engel — mijne moeder is hare voedster geweest, en…”

»Genoeg,” viel de Koning in; »het overige is mij bekend. En nu gij, Donna Anna,” hervatte hij op strenger toon tegen de vrouw, dan hij nog tegen een der mannen had gevoerd; »ditmaal zij het u vergeven, ditmaal ontkomt uw gunsteling zonderdat het uw minnaar het leven kost; wij kunnen u niet beletten andere minnaren te hebben, vooral niet sinds de werkelijke Don Antonio Sondez aan zijne wonden lijdt; — maar wij moeten u waarschuwen niet meer zoo loszinnig het bloed van een hooggeboren edelman te wagen, ter wille van een slechten edelknaap. — Gij kunt u verwijderen.”

De Prins van Sotero meende dat dit bevel ook hem gold, en de schrik en de beschaming, waardoor hij Donna Anna verpletterd zag, maakten haar wel een geleider noodig; dan de Koning hield hem terug, nam zijne hand en zeide in ’t Italiaansch:

Le donne de principe amate sono la peste de gli statiï — dat onze chroniqueur dus in Hollandsch rijm van 1661 vertaalde.

Vrouwen van vorst of heer bemind,
Men pesten van den Staat bevindt.


»Onthoud dit Prins, als gij uw heer vader zult zijn opgevolgd,”

De Prins van Sotero verliet het koninklijk paleis, vrij en gerust, hoewel bijna nog meer bedwelmd van verrassing, dan toen hij er binnenkwam, Vooral dat de Koning alles scheen te weten, ontzette hem. Doch wij moeten der waakzaamheid en der goede politie van Filips II hier niet te groote eer geven

Toen de trouwe Matteo overtuigd was dat zijn meester beminde, kreeg hij tegelijk de overtuiging dat zijn meester voor geene onbezonnenheid, voor geene vermetelheid zou teruggaan op den wenk van de beminde vrouw. En, reeds vooruit bedacht daarvan de gevolgen af te weren, had hij daarvan terstond bericht gegeven aan den ouden Prins, die weer in een smeekend en dringend schrijven zijn jeugdigen wildzang had aanbevolen aan de zorg en de bescherming van den Koning, die genoeg