Pagina:Bosboom-Toussaint, Het Huis Honselaarsdijk in 1638 enz. (1886).pdf/461

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

met vuur en vol hoop had aangegrepen. Is het anders niet, mijne arme Antiopé, dan de leer van een wijsgeer, dien gij Apostel noemt, dan beklaag ik u en mij zelve. Dezen morgen ontmoette ik dien wijze; ik had reeds van hem gehoord, en ik glimlachte om eene aanmatiging, die de oude goden van de altaren werpt, om er toch weer anderen, misschien wel zich zelven, op te plaatsen.

― Neen, niet zich zelven; voor geen anderen vraagt hij aanbidding dan voor God den Heer!

― God de Heer? Welke der Goden is dat?

― Geen der uwen, het is de Eenige Waarachtige!

― Die, dien wij Atheners ook eere geven, den onbekende?

― Den geopenbaarde.

― Een zulke is er niet; geen God heeft zich geopenbaard, wij weten niets van de goden; de dichters en de wijsgeeren hebben ons veel van hen gezegd, maar de verbeelding der eersten is te mistrouwen, en de droomen der anderen zijn hersenschimmen, die ineenvallen met hunne stelsels. En de wijste onzer wijzen heeft ook hierop gedoeld, toen hij zeide: wij weten alleen dat wij niets weten. De orakelen, ja! hebben gesproken in den voortijd, maar ze waren duister, die godspraken; hun zin wordt niet meer verstaan, zij worden betwijfeld; onder het geringe volk alleen gelooft men ze nog, en ik, helaas! ingewijde in de geheimen der tempels, midden onder 't bezingen der goden, grijpt mij de vreeze aan, dat ik mijne bezieling dank aan zelfbedrog en valsche opwinding!

― Zoo doet ge, mevrouwe, zoo doet ge, zoo waar de eenige waarachtige God een levende is, en Jezus Christus Zijn Zoon, die gezonden is om van Hem te getuigen: dat is de geopenbaarde God, waarvan ik spreken wilde die mensch is geworden en onder ons heeft gewoond.

― Onder ons gewoond! een godenzoon hier te Athene, of in uw vaderland?

― In het zijne, in Judea, daar heeft Hij geleefd, geleerd en geleden...

― In het verre Judea! viel Lasthenia in, de wenkbrauwen samentrekkende, en daarop: nu ja! van het leven hunner meesters maken de leerlingen wat zij willen; van Zijne geschie-