Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/121

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

dien ik wantrouw, die mij vele bekommering baart, een listig verrader, een looze dienaar van leugen en bedrog, een voortplanter van twist en beroerte — een Lutheraan in het eind!”

Johanna’s lippen hadden zich samengetrokken als tot een sarcastischen glimlach, en hare oogen waren begonnen te gloeien. »Die man kan nu reeds vertrokken zijn,” had Aernoud vervolgd; »maar zoo hij dáár is, bewaak zijne gangen, voorkom zijn venijn! mijne Ottelijne is flauw in zaken van Godsdienst, en haar geloof is niet sterk. Zuster! mijne bruid zij aanbevolen in uwe hoede!”

Eene verstikkende aandoening had hem belet voort te gaan; maar de hartstochtelijkheid, waarmede zijne gloeiende handen de hare drukten, die twee groote tranen in dat fiere mannennog, zeiden genoeg. Johanna had alleen geantwoord: »Aernoud! het is uwe bruid beter in de hoede van God!” en met dit dubbelzinnig antwoord had zij den bekommerden broeder laten wegtrekken.

Bij hare eerste ontmoeting had zich tusschen die vrouwen Ottelijne een band geknoopt, zooals. zich meestal eerst langzaam, en na lange kennismaking vormt. Twee omstandigheden hadden daartoe samengeloopen: het vertrouwen van Bakelsze en het boosaardig opzet van Donna Teresia. Wij hebben niet noodig te zeggen, hoe onverdragelijk het voor deze was, Paul zoo diep in de welwillendheid en in de achting der Jonkvrouw te zien deelen; en zij had zich wel voorgenomen een tooneel te veroorzaken, dat aan des Duitschers verblijf een einde zou maken. Zoo Meester Bakelsze kwam, zoude hij alles weten, en de handelwijze zijner geliefde zoude hem niet van de lichtzijde worden voorgesteld: zij zouden twisten, en… de vreemdeling zou de plaats moeten ruimen. Bakelsze kwam niet! Om toch iets te doen, leidde zij de aanstaande schoonzuster bij hare aankomst plotseling in het bidvertrek der Jonkvrouw, waar deze in een vertrouwelijk onderhoud was met den zoon der Hervorming. Een Evangelie en schriften van Luther lagen bij hen; Teresia’s glurende oogen hadden dit snel opgemerkt, en zij trok zich terug met zegepraal.

Ottelijne stond op met de linkschheid der verwarring, en liet