Pagina:Bosboom-Toussaint, Het huis Lauernesse (1885).pdf/464

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Montibus en Godschalk Rosemund en die Tapper, met den aterling vaardig waren, en hij den onzen werd overgeleverd. hij spreekt van Tapper of hij de mindere ware. Heer en Vriend! een man van zoo bekwame kennis…”

»Fij van die geleerden! ik houd niet van wie in boeken suffen; als de kennis zoo breed is, wordt de Christelijke vromigheid licht wonder smal.”

»En heeft de schuldige altijd zijne hardnekte stoutigheid in het spreken bijbehouden?”

»Doorgaand! Het was om er af te gruwen! Hij dorst kallen van den Paus en de Canons, alsof het den narrenpaus gold en de inzettingen van eene Rhetorijks kamer; met dat al, of hij ons werk heeft gegeven! de kwant kalt, dat er het kleine volk of bekold wordt, en het is klagelijk om te hooren, hoe hij de schriftuur verstaat en uitlegt, zoo min een priesterke! Het is een vagevuur, onder zulk gespuis als rechter te zitten. Menigmaal dacht ik, gelijk ik kortens zeide en nu herhaal: mocht de sneêge paap, liever dan eene echte vrouw te nemen, zich vergeten hebben…”

»Het is alzoo waar en bevestigd, dat schendige hijlik,” viel Aernoud hem met een verdrietelijk schouderophalen in de rede, »en de naam van die vrouw…… ”

»Staat in de processtukken, die ik u kwam aanreiken. Zie hier! het is eene hartsterkende recreatie voor eenen, die het huis houden moet, al dat perkament door te lezen.”

»Ik ben genoeg tot mijne krachten, om morgen uit te gaan.”

»Des ketters mutsaard zal dan ontstoken worden als een vreugdevuur voor uwe beterschap; morgen wordt hij gerecht; aan de worgpaal moet hij den adem laten, en de leden aan de flikkerende vlammen; zoodat — heelshuids valt hij niet in Lucifers ketel. Ik was nog meenens hem levend te blakeren; opdat hij levend eene vuurproef der helle-hitte smaken mocht; wat hij verdiend heeft, ware het alleen om de ijdele disputatie, die hij verwekt heeft, en waar hij zijne tong meê versleten heeft en ons papier verkwist. Maar de anderen oordeelden het anders.

De Vicaris, Bisschop van Hebron, Jacobus de Ridder, die