Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/44

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

en représailles sans trève ni merci, die hier en daar tot processen leidden, en onder de handen van procureurs en advocaten werden de kwestiën noch klaarder, noch lichter op te lossen. Daar kwam de oude mevrouw Roselaer te overlijden, en hare dochter Sophie meende nu, dat er eene verandering zoude plaats hebben in het gevoelen van haar vader omtrent zijne »schuldige” dochter, daar het bovenal de moeder was geweest, die hem tot het verleenen van vergiffenis had aangezet. Daarbij geraakte zij nu zelve aan het hoofd der huishouding en gebruikte die stelling om het haar zwager en zijne vrouw zoo onaangenaam te maken in de korte dagen van hun bezoek in het zieken sterf huis, dat zij afscheid namen van den heer Roselaer met de betuiging, dat zij niet zouden terugkeeren. Sophie triomfeerde. Zij dacht de scheiding, de uitbanning voltooid, maar zij vergat dat hare zuster kinderen had en dat het haars vaders vreugd en trots was een kleinzoon te bezitten, al uitte hij die gevoelens niet tegen haar.

Een grijsaard heeft de rust lief, en al gaf hij haar in ’t heimeIijk de schuld dezer nieuwe verwijdering, hij liet het haar niet blijken, en getroostte zich den last, zijne kinderen te gaan bezoeken in de naburige vestingstad, waar von Zwenken in garnizoen lag. Sophie wist niet beter of hij. deed bij zulke gelegenheid zijne gewone rondreize met zijn rentmeester om zijne verschillende bezittingen op te nemen en zich met pachters of boschbazen te verstaan. Het bleek welhaast dat de von Zwenkens partij hadden getrokken van deze uitstapjes om zijne genegenheid te winnen, in dezelfde mate, waarin tante Sophie die verloor, en dat hij, vrijwillig, of daartoe door hen overgehaald, zijn testament veranderde; want toen hij kwam te overlijden, had hij zijne dochter mevrouw von Zwenken en hare kinderen zooveel bevoorrecht als dat maar eenigszins zijn kon, en haar aangewezen als de erfgename van het kasteel de Werve met de Heerlijkheid en de aankleve van dien. De teleurstelling, de ergernis van jonkvrouw Sophie bij deze ontdekking laat zich begrijpen. O zeker, haar gewerd het rechtmatige deel van het ouderlijk goed, maar juist dat, waar het haar het meest om te doen was, het ouderlijk huis, waar zij was geboren en opgevoed, dat zij nooit eigenwillig had verlaten, waar zij altijd als meesteresse had geheerscht, dat zij steeds als haar welverzekerd eigendom had beschouwd,