Pagina:Bosboom-Toussaint, Majoor Frans enz (1888).pdf/45

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

werd haar nu ontnomen en overgegeven in de handen van hen, die zij het meest onwaardig, het minst geschikt keurde voor dat bezit. Een zwager, dien zij nauwelijks tot dien naam gerechtigd achtte, dien zij altijd had gehaat en geminacht, en die deze gevoelens met woeker teruggaf; eene zuster, die door haar misstap de eer van ’t ouderlijk huis had bevlekt, die de rust harer ouders, den vrede in de gansche familie had verstoord, werd dus, als lag er niets tusschen, in de rechten eener oudere erkend en boven háár gesteld, die beter dan iemand wist, wat zij hen had doen lijden, en die zelve het hare had gedaan om die smart te verzachten. De rustelooze haat, de onverzoenlijke bitterheid, die daarna alle handelingen en overleggingen van tantes leven heeft bestuurd, laat zich verklaren uit deze krenkende terugzetting, waarin zij met het meest des vaders hand, des vaders wil zag, maar de list, den intriguegeest van een misdadig echtpaar.

Zelfs al had men haar eene schikking voorgesteld, waardoor zij op het kasteel had kunnen blijven, zou zij die toch niet hebben aangenomen, daar zij te diep gekrenkt was, om concessies van hare tegenpartij aan te nemen; maar het werd haar niet eens voorgeslagen, en slechts de kortstmogelijke tijdruimte werd haar gegund, om zich op de verandering van woonplaats voor te bereiden. Dat was te meer grievend, daar de kapitein niet, zooals zijn schoonvader had gewenscht, den dienst verliet om op het kasteel te gaan wonen en zijne goederen te beheeren. Gebonden nu eens aan deze, dan weer aan gene garnizoensplaats, mogelijk bij het opsteken der oorlogsstormen bestemd om naar den vreemde te trekken, was hij de laatste die genot kon hebben van het elfgoed, Zijne vrouw en de beide kinderen kwamen er van tijd tot tijd een poos vertoeven, maar de eerste stierf een paar jaren na den dood van haar vader, de kinderen bleven bij den vader, totdat zij den leeftijd bereikt hadden, de dochter om op eene Zwitsersche kostschool hare opvoeding te krijgen, de zoon onder opzicht van een gouverneur tot hij rijp was voor de hoogeschool.

Ik moet tante Sophie gelijk geven in hare bewering, dat von Zwenken volstrekt niet the right man in the right place was. Hij utiliseerde zijne bezitting niet, liet het kasteel in handen van een vreemden huisbewaarder, verwisselde den ouden bekwamen rentmeester met een ander, die even onkundig als on-