Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/132

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

VI.
Onverwachte uitkomst.



Het was avond. Men onderhield zich vroolijk in een gezelligen kring, die zich rondom den ruimen haard van een der vertrekken op Whitehall verzameld had, Die kring was samengesteld uit allen die door de Koningin tot haar bijzonderen omgang waren toegelaten.

Men vond er, behalve Maria zelve, haar Groot-Stalmeester, den Graaf van Devonshire; den edelen Lord Arundel; Lord Paget; Williams, den bevelhebber der hellebaardiers; de Baronnen Hastings en St. Orville; de twee Stanleys van Derbyshire, Alfred en David, kleinzonen van den dapperen Sir Edward Stanley, die met de Howards tegen de Schotten gestreden had, en meer anderen, wier namen allen geschiedkundige herinneringen zouden opwekken. Onder de dames, die toen het hof verlevendigden, schitterden bovenal de schoone Ellinor Pembroke; de geestige Gravin van Lenox; de beide zusters van Arundel; en de jongere Gravin van Salisbury, ofschoon zij minder de aandacht tot zich trok, verdiende die evenzeer; terwijl de hooghartige en heerschzuchtige Lady Williams zich onderscheidde door een aanmatigenden toon, waaraan allen, beginnende met haar zoon en eindigende met de Koningin, zich gewend hadden. Er heerschte een weinig meer gemeenzaamheid in dezen hofcirkel, dan de deftige stijfheid der toenmalige étiquette eigenlijk toeliet, Dit was het werk van Courtenay, die, daar zijn hart hier onvoldaan bleef, het ledige ten minste wilde aanvullen door geestige scherts, of door woorden wier zin men niet afwoog als ze slechts den lachlust prikkelden, en die de verveling afweren moesten, terwijl hij zijn