Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/168

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Binnendoor was dit echter niet meer te doen, de gemeenschap was afgebroken; zij trekken het huis om; Darley stapt vooruit met eene drift alsof hij het goudland te ontdekken had, en hij bemerkt, nog voordat iemand hen ziet, Courtenay en zijne zuster, in gesprek met gewapende mannen, die rustig aftrekken met een zoo zonderling liedje; hij heeft nog gehoord dat er gesproken wordt van iemand, dien men niet verraden moet, en dat de Lady dien menschen goud belooft. Hij is er nu van overtuigd dat hij nog niet in alle ontwerpen van den graaf is ingewijd; maar ook dit geheim moet hij doorgronden.

»Burgers, daar vluchten de brandstichters!,’ roept hij; op de wegijlende mannen wijzende.

»Houdt u rustig vrienden! Die lieden hebben geene schuld,” spreekt Courtenay; dan te vergeefs. Met Darley aan het hoofd rennen ze weg, terwijl slechts enkelen achterblijven, die luidruchtig hunne blijdschap te kennen geven over de redding der goede Lady en van den beminden Graaf. Zij blijven hen vergezellen tot in het andere gedeelte van Sterny-House, waar zij aankomen onder het gejubel der menigte.

Het vuur is gebluscht. De orde herstelt zich langzamerhand. De volkshoopen gaan uiteen. Arabella, wier geest in aanhoudende verbijstering is, wordt door een paar hulpvaardige burgervrouwen te bed gebracht. Ook Courtenay zondert zich af, met eene nieuwe zorg in het hart.

Het gelukte den page niet, een der vluchtenden in handen te krijgen. Of zij zich in het nauwe doolhof der stegen verscholen, dan wel gereed liggende booten bereikten, bleef voor hem in het onzekere. Hij trok af met zijne burgers. Toch namen de dienaars van den Lord Mayor den woesten Jack gevangen, die, met het onbaatzuchtige doel om op eigen hand de winstgevende onderneming door te zetten, welke zijne makkers hadden laten varen, zich achter struiken en boomgewas verscholen had.

De weggeworpen fakkel van Arabella’s echtgenoot was de oorzaak van den brand geweest. Met kracht tegen het zijden behangsel geslingerd, was zij wel uitgegaan, doch eene vonk, tusschen de plooien der draperiën geraakt, was daar blijven smeulen. Bij de hartstochtelijke gemoedsbewegingen, die de aanwezigen hadden beziggehouden, werd de aanvankelijke brand-