Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/240

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

het gezag der Koningin aangerand werd. Hij wees op zijne bekende grondbeginselen, op zijn afkeer van elke bloedige en onnatuur ijke daad, waarbij burgers tegen burgers werden aan. gevoerd. Hij sprak veel en lang, doch zonder merkbaren indruk op de meesten zijner rechters te weeg te brengen. Hoe had hij ook lieden kunnen overtuigen, die besloten hadden blind en doof te zijn voor elk bewijs van, of beroep op onschuld? — lieden, wier eigene belangen het hoogste gevaar liepen, zoo zij het waagden anders te beslissen dan hun was aangewezen!

»Gij hebt ontkend, Graaf!” zeide de voorzitter, »eene misdadige verstandhouding gehad te hebben met Lady Elisabeth; maar ziehier kopiën van brieven, die gij haar geschreven hebt, ziehier hare eigenhandige antwoorden. Deze brieven zijn altijd bezorgd geworden door zekeren Staunton, een Schot, aan uw huis verbonden, en zij bewijzen dat gij die Lady met uw raad en met uw vermogen hebt ondersteund, dat gij haar zelfs zeer aanmerkelijke sommen voorgeschoten, of geschonken hebt. Durft gij met een eed bezweren, dat deze brieven niet, of niet zóó door u geschreven zijn!”

»Wie van ons beiden had een verrader om zich heen ” — dacht Courtenay, doch hij antwoordde:

»Ik zou de kopiën moeten lezen, om daarover te oordeelen; intusschen wensch ik te weten, wie deze getuigenis heeft ingebracht. ”

De voorzitter deed den eersten getuige binnenkomen. Sir Henry Darley van Monkstone naderde, met den listigen blik boosaardig op zijn bloedverwant gericht, in de houding van iemand die zeer tegen zijn wil tot een moeielijken plicht genoopt wordt. Het was bedroevend, op dat fijne, bijna kinderlijke gelaat, waaraan de blonde lokken iets vrouwelijks gaven, zooveel satanische zegepraal en gluipende list uitgedrukt te zien. Zóó kan men zich den gevallen engel denken, toen hij den eersten mensch gevangen zag in zijn strik. Darley moest zich nu geheel ontmaskeren, Hij bezwoer de onvervalschtheid der kopiën en de echtheid der origineelen, waaraan trouwens niet te twijfelen viel: het karakteristieke schrift van Elisabeth was te bekend. Hij deelde, kennelijk naar waarheid, de middelen