Pagina:Bosboom-Toussaint De graaf van Devonshire (1884).pdf/64

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

»Goed,” antwoordde de koningin, zich met een glimlach tot hare dames wendende, »ik zie wel, wij moeten onzen Kanselier altijd aan onze zijde hebben, om kleine verzuimen op eene, schrandere wijze goed te maken. Wees gerust, Gardiner! wij willen het Gezantschap ontvangen; mij dunkt, die heeren moeten nu omtrent gereed zijn. Mylord Chandos! gij zult ons daarna berichten hoe zich de Graaf bevindt,” — en hiermede begaf zij zich naar de groote zaal, waar het plechtige gehoor moest plaats hebben.

»De Heere zal zijne kerk vertroosten!” mompelde Gardiner terwijl hij haar volgde. De priester had gezegevierd; zij zoude Egmond ontvangen, door Keizer Karel V naar Engeland gezonden met het voorstel eener huwelijksverbintenis tusschen de Koningin en zijn zoon, den Infant Philips, en voorzien van de ruimste volmacht om die tot stand te brengen. Niets scheen de katholieke partij in het algemeen, en den Kanselier in het bijzonder meer geschikt hun eeredienst in het koninkrijk te bevestigen en te schragen, dan die Vorst naast Maria op den troon. Zijne stipte rechtzinnigheid, zijn nauwgezet aankleven aan de uitwendige plechtigheden waren even bekend als zijn haat tegen andersdenkenden, die hij Los Hereticos noemde, en dezen hoop vollen zoon der kerk als gemaal der Koningin te groeten, was de vurigste wensch van de meeste dergenen, die hun vader land als nog gedrukt beschouwden door den banvloek van twee Pausen. Dit huwelijk voltrokken, den banvloek opgeheven en eene kettervervolging aangevangen te zien, was het doel waarop de Bisschop-Kanselier ongemerkt, maar des te geruster, heimelijk en langzaam, maar des te zekerder, voortging.

Wij zijn onzen lezers nog eenige ophelderingen verschuldigd nopens Courtenays terugkeer van Ashridge. Hij had Staunton vooruit gezonden om Wyatt op te sporen en zoo mogelijk van zijne voornemens tegen de prinses en hem zelven af te brengen, en was in aller ijl voortgesneld, zonder zich met omwegen op te houden. Lady Arabella Sterny, zijne zuster, die het vaderlijk huis te Londen als eene bijzondere gunst van Northumberland behouden had, en bij welke de Graaf voorloopig zijn intrek zoude nemen, was in het geheim van zijn vluchtigen en vermetelen tocht. Zij had alles zóó voorbereid, dat haar broeder ongemerkt haar huis