Pagina:Catalogus der schilderijen in het Museum Kunstliefde te Utrecht.djvu/18

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
xiv
geschiedenis


wat nog in de overige gestichten, met name in het rijke St. Bartholomeus-gasthuis, schuilde? Wie thans deze laatste stichting, de eenig overgeblevene van al hare zusters, be-


    (Berust alsnog ten stadhuize: het stuk stelt de H. Familie met St. Jan Baptist en St. Jan Evangelist voor.)
    Een schilderije van Ons Lieve Vrouw met ’t Idjndeken. (Wellicht No. 3 van dezen catalogus.)
    Een cruycefix op douck met eycken lijsten.
    Een schilderije weesende die bootschap met een eycken lijst.
    St. Matheus op douck met twee rollen.
    Een temptatie van onsen salichmaecker.
    Een cleyn schilderijken van Holifernes.
    Een contrefeytsell van heer Henrick van Acker.
    Een schilderije van Ons Lieve Vrouw int hooffken.
    Een schilderijken van St. Geertruydt.
    Twee gesneden Marienbeelkenen van hout.
    Noch een vronwenbeelt.
    Noch een schilderijken van Nicodemus.
    Twee gesneden cruycefixen.
    Die sententie van Pilatus op pampier met een eycken lijsken. (Derhalve een miniatuur.)
    Noch een Lieve Vrouw in de son op pampier met een eycken lijsken. (Miniatuur.)
    Noch een cleyn schilderijken.
    Twee tronikens op eycken peneelkens sonder lijsten.
    Twee ronde ende drie viercante plaesterhordekens. (Denkelijk reliefs van gebakken pijpaarde, zooals het Utrechtsche Museum van oudheden er onder No. 787 vlg. nog een paar bewaart)

    II. Huysraet dwelcke Hillegunt Elberts den 24 Aprilis 1618 int gasthuys gebracht heeft.
    Een taeffereelken van Maria Magdalena.

    III. Mobilen dwelcke Anneken Jacobs int voorseyde gasthuys gebracht heeft den 5 Augusti 1618.
    Twee schilderijen.
    Een schilderije van Spes Fides Charitas.

    IV. 16 November 1641.

    In de vrouwen-eedtplaets: Twee conterfeytsels van manspersoonen. — Een contrefeytsel van een vrouwpersoon.
    Op de reeckencamer: Een schilderije van de Cathusers.
    Op den overloop: Het paradijs van Adam ende Eva.
    Op den refectie-camer: Negen groote als cleyne schilderijen

    V. 21 Augustus 1648.

    In de refectie-camer: Thien schilderijen groot ende cleyn.
    In de moeders-camer: Vier cleyne schilderijkens.