Pagina:Constitutie voor het Koningrijk Holland (1806).pdf/7

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd

zakelijk geoordeeld wordt, betreffende de organisatie, de bescherming en de uitoefening van alle Eerdiensten.

Alle uitoefening van Godsdienst wordt binnen de Muren van de Kerken der verſchillende Gezindheden bepaald.


Art. 7.

De Burgerlijke, Staatkundige en Godsdienstige Wetten, tegenwoordig in Holland in gebruik, waar van de uitoefening overeenkomstig is met de bepalingen van het Tractaat , op den 24 Mei dezes jaars tusschen Zijne Majesteit den Keizer der Franschen en Koning van Italiën en de Bataafsche Republiek gesloten, zijn in haar geheel bewaard : zij kunnen niet worden veranderd dan door de Wet.


Art. 8.

Geene verandering zal in het gehalte of gewigt der Muntspeciën gemaakt worden, ten zij uit krachte van eene bijzondere Wet.


Art. 9.

De publieke Schuld van den Staat wordt bij dezen gewaarborgd.


Art. 10.

De Hollandsche Taal zal bij voortduring, uitsluitender wijze, gebruikt worden voor de Wetten, Publicatiën, Ordonnantiën, Vonnissen, en voor alle andere publieke Documenten, zonder eenige uitzondering.