— Dat hij zo was temeer gedrukt.
— Zo? Daar heb ik niets van gemerkt...
— Nu, zei Constance zacht. Misschien dat Addy zich dan vergiste. Kom, ik heb je nu gezien, Bertha, en het is misschien beter, dat ik maar ga, en dat je wat rust...
En zij boog zich nog eens om Bertha te kussen tot afscheid.
Maar Bertha hield haar hand vast.
— Blijf nog! zei ze aarzelend.
— Ik ben heus bang, dat ik je stoor.
— Neen, blijf nog! zei Bertha. Ik vind het lief, dat je gekomen bent... Vind mij niet koel, maar wat geeft het te praten... Als men niet praat, is alles veel rustiger... Woorden, dat is dadelijk zo veel... Vind mij niet koel, Constance... Ik ben nu zo eenmaal: ik spreek nooit, met niemand... Ik trek me dan maar liever terug... als ik wat heb... Maar nu heb ik heus niets, ik ben alleen wat moe... Natuurlijk, ik ben wel wat treurig, dat Emilie weg is... Maar wij zullen hopen, dat ze gelukkig wordt... Eduard is geen kwade jongen... en waarom zou Emilie hem anders genomen hebben... als zij niet van hem hield... Toe, blijf nog en praat wat met mij... Vertel mij van jezelf... Het is de eerste keer, dat wij vertrouwelijk spreken...
— Na jaren...
— Ja, na jaren ... Er is veel gebeurd, Constance, maar het behoort nu aan het verleden.
— Ja, maar... het verleden... blijft heel lang... Eigenlijk gaat het nooit weg, is het altijd het verleden...
— Constance, is het twintig jaar geleden, dat wij elkaar niet meer hebben gezien...
— Twintig jaar... Papa is veertien jaar dood... Het is mijn schuld, dat hij is gestorven.
— Neen, Constance...
— Ja... zeg het maar: het is mijn schuld. Ik weet het, dat jullie allen het denken, en ik voel het zelf. Het is mijn schuld. Dat vergeet ik nooit. Dat vergeef ik mijzelf nooit.
— Stil Constance... heus, het is zo lang, zo lang geleden.
— Maar het blijft altijd... een moord.
— Er is nu de toekomst... Er is nu je kind.
— Ja, er is nu mijn kind... Maar het is zo geworden, dat ik niet leef voor hem maar hij voor mij ...
— Dat is verkeerd...
— Dat is ook zo... En mijn hele leven is verkeerd, alles is in mijn leven verkeerd gegaan... O, Bertha, ik kan je niet zeggen, hoe ik gesmacht heb naar Holland, en naar jullie allen terug, hoe ik gesmacht heb niet meer alleen te zijn, met mijn kind... Nu, nu misschien wordt het anders: bij jullie allen voel ik mij weer terug, terug: begrijp je dat woord? Was ik daar gebleven... dan was het nooit goed geworden. Nu heb ik misschien nog hoop: ik weet het zelf niet...