Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/124

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

op haar huis, haar straat, haar licht, haar verwarming, haar japon en haar teint, lang uit op haar chaise-longue gaan liggen, om te bekomen... Maar nu was zij gastvrouw en er was niets van ontstemming aan haar te merken, toen zij haar heren vroeg zich waarlijk niet voor haar te generen en hun sigaar aan tafel te blijven naroken. Zelf, op haar coquet servies van vermeil, schonk zij de koffie en het glaasje liqueur, en toen Paul haar vroeg, of zij geen sigaret rookte, antwoordde zij, met haar lieve blik en het lachje in de buiging van haar lippen, dat haar vanavond zo jong maakte en er zo allerliefst deed uitzien:

— Neen... ik heb wel eens vroeger gerookt... in mijn dartele jaren... maar dat doe ik heus nu niet meer...