Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/164

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Nu proestten alle drie onder elkaar.

— Dat heb jij niet te weten...

— Dat mag jij nog niet weten...

— Ik vind het een flauwe bijnaam, zei Marietje; die niets betekent.

Zij proestten weer, gewichtig en wereldwijs.

— Dat is omdat jij het niet weet.

— Als je het weten kon, zou je de naam geestig vinden.

— Het is een verdomd geestige naam.

— Hè, Chris, wat vloek je...

— Wil je weten waarom Addy de Italiaan is?

Ze haalde de schouders op, jonge dame.

— Ik vind jullie flauw, net kinderen. Die naam betekent niets.

Zij proestten weer:

— Weet je niet wat ze doen in Italië?

— In Rome...??

Zij zag ze aan, haar lummels van broers; zij herinnerde zich vaag te hard-op gefluisterde toespelingen op tante Constance, op die tijd, toen ze nog was geweest de vrouw van de gezant te Rome, van die oude oom De Staffelaer, die zij nooit gekend had.

— Nou, zeg eens... wat denk je, dat die naam betekent...?

Zij werd zenuwachtig, vrezende, dat zij iets vies bedoelden, dat zij niet begreep.

— Ik weet het niet, en het kan me niet schelen...

— Dan moet je ook niet de naam flauw vinden...

Nu was Marietje toch geïnteresseerd en daarom vroeg zij later aan Caroline:

— Weet jij waarom de jongens Addy de Italiaan noemen?

— Uit flauwiteit, zei Caroline.

— Neen, er moet wel een reden voor bestaan, maar ze wilden het mij niet zeggen.

Nu was Carolientje ook geïnteresseerd, en zij vroeg later aan haar moeder:

— Waarom noemen de jongens Addy toch de Italiaan, mama?

— Dat weet ik niet, zei Adolfine brusk.

Maar de meisjes, nieuwsgierig, bleven praten over de bijnaam, en zij vroegen Karel uit, en ook Marianne en Marietje van Naghel.

Neen, ook die begrepen niet wat die bijnaam bedoelde. Maar Karel wilde er achter komen, en hij kwam er achter.

— Ik weet het, zei hij toen, tot zijn zusje, Marie.

— Nu weet ik het, fluisterde toen Marie tot de nichtjes Van Saetzema.

Maar Marietje Van Saetzema begreep nog niet heel goed, hoe het was, maar zij wilde dat niet laten blijken, omdat Caroline haar dan weer zo naïef had gevonden. Als tante toch nooit getrouwd was geweest met een Italiaan, kon zij toch geen zoon hebben, die een Italiaan was...