Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/189

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

— Ja maar... ho, ho... niet zo hossen op mijn buik, ai, ai, schei uit... hou je kalm... waarom ben je nou zo vrolijk...

— Ik dacht... aan het gezicht... dat je grootpapa zou getrokken hebben... als ik hem... indertijd ook zo aan zijn armen had opgesjord, en hem had gezegd: als je nu rustig blijft... als je nu rustig blijft...

Addy begreep dadelijk, gevoelig voor humor; hij zag het voor zich... grootpapa, deftig, al oud, en papa, een jongen als hij... en dan papa zeggen: als je nu rustig blijft, dan mag je zo blijven liggen...

En beiden proestten zij het uit, over elkaar, Addy niet kunnende uitlachen, maar van louter dolheid de benen opzettend, bijna staande op zijn hoofd — zodat Van der Welcke met zijn hoofd laag viel, achterover...

— Beroerde jongen... ik lag net goed...

Addy ontfermde zich over papa, trok hem weer onder zijn armen op. sjouwde met hem alleroneerbiedigst, duwde papa's kop eerst op zijn maag... neen, dat drukte... toen wat lager... op zijn buik... nu, zo mocht papa blijven liggen.

Van der Welcke, telkens weer, proestte een dollach uit.

Maar Addy, het eerst, werd ernstig.

— Vader... schei nou uit... met dat hossen op en neer...

Van der Welcke sloot zalig de ogen. De zomerlucht wademde, de dennengeur stoofde, de naalden glinsterden en geurden. En Van der Welcke, met het hoofd op de schoot van zijn zoon, sliep in.

— Goeie, ouwe vader, dacht Addy, en hij streek met zijn hand over zijn vaders ronde kroezekop.

Hij zag op hem neer, terwijl hij, om zijn vader te laten slapen, onbewegelijk zitten bleef, de rug tegen een boom. Hij zag op hem neer... goeie, ouwe vader... Maar, hij was niet oud, die vader... Hij was jong... Het was eenklaps of Addy het zag, voor het eerst. Hij was jong... En hij dacht, zo vreemd toch, als je kind bent, soms, iedereen noem je maar oud: oma Van Lowe, en grootpapa en grootmama Van der Welcke waren oud, en oom Ruyvenaer en tante, die waren oud, en heel, heel oud... mummies van oudheid, waren de twee oude tantes, tante Rien, tante Tien... Maar papa, papa was jong... Papa was een paar jaar ouder dan oom Paul, en die deed altijd als een jongmens, als een fatje, met zijn mooie jasjes en prachtige dassen... En papa zag er jonger uit dan oom Paul. Papa zag er jonger uit... Terwijl zijn vader nu sliep, boog hij zich over hem heen... Hij sliep, hij lag kalm in Addy's schoot, het gezicht driekwart gekeerd. En Addy, als voor het eerst ziende, dat papa jong was, bestudeerde zijn gelaat... O, wat was hij toch jong, papa, hij was jonger dan mama. Hij zag er veel jonger uit; hij zag er uit als een oudere broer van hem, Addy, bijna... Zijn haar, op de schedel even wat dunner, was nog helemaal bruin, zacht,