Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/412

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

De buren van mevrouw Van Lowe gingen opzettelijk naar Scheveningen, om te horen wat er was — wat er was met Emilie...

De oude mevrouw Van Lowe zat in de serre — open de ramen — en zij huilde zacht, als was zij te oud, om hevig te huilen om welk verdriet ook... Oom Herman, tante Lot, al de kinderen waren langzamerhand binnengekomen, hun gezichten in strakke ontsteltenis, en als schimmen bewogen zij in de grote, duisterende kamers, waar niemand dacht het licht te laten aansteken...

— Herman... riep de oude mevrouw, klagend.

Oom Ruyvenaer, tante Lot kwamen nader.

— Heb jij hem gezien, Herman...? vroeg de oude mevrouw, wringend de geaderde handen.

— Nee... nee... Marie... Maar ik... ik... ga morgen naar hem toe... met dokter... dokter Van der Ouwe.

— En wie is nu hij hem?

— Een verpleger, mama, zei Gerrit. Wij hebben voor alles gezorgd... Hij is heel kalm, moedertje. Hij is heel kalm. Het zal zo erg niet worden... Het is maar een bui: dat gaat over, zei de dokter.

Cateau's boezem, plotseling, doemde in de open serre-deur.

— Ach, màmà! zei Cateau. Wat is dit... treurig... van Ernst. Hoe is nu mógelijk — dat Ernst... zo geworden... is!!

En zij boog zich tot haar schoonmama en gaf haar een kus, correct, als condoleancekus van een vreemde...

— En hoe gaat het met u, mama? vroeg Karel, als was er niets aan de hand. Heeft u geen last van de warmte...

De oude vrouw knikte vaag, drukte hem de hand.

— Het enige, wat ik je verzoek, zei Adolfine tegen haar man, Dorine, Paul, Adeline; — is om er niet over te spreken. Om er met niemand buitenaf over te spreken. Hoe minder er over gesproken wordt, hoe liever het zal zijn... Wij hebben in onze familie die Indische mededeelzaamheid, om dadelijk alles aan de grote klok te hangen... Als ze er naar vragen, kunnen we zeggen, dat Ernst wat zenuwachtig is... Niet waar, laten we dàt afspreken... om te zeggen, dat Ernst wat zenuwachtig is... Zij vroeg het hun op hun woord af, en zij beloofden het haar, om haar te kalmeren.

— Je zal zien... zei zij; dat die historie met Ernst maken zal, dat Van Saetzema weer niet gekozen wordt... voor de Gemeente-raad.

Paul zag haar verstomd aan, niet vattende haar logica. Toen zei hij, rustig:

— Ja... je ziet vreemde dingen soms gebeuren.

— Ja... zei Adolfine, knikkende, als waardeerde zij bizonder dat hij haar begreep. Het is heel ellendig voor mij...: je zal zien, dat Van Saetzema weer niet gekozen wordt...