Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/629

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

Hij had nooit zijn moeder zo hard gekend en zo wreed... Hij zei nu ook:

— Natuurlijk, mama... als u denkt, dat het niet gaan zal... zal ik zien wat ik doen kan voor tante Adolfine... ergens in de buurt... Misschien bij een familie te Zeist... zou Marietje onder dak kunnen komen.

— Zou je daar iemand weten? vroeg Adolfine weemoedig.

Maar plotseling voelde Constance heel week. Omdat Addy dit zei, werd zij zo week, versmolt al haar hardheid en wreedheid in een berouw over haar laatste woorden, en zeide zij:

— Addy... ga naar boven... en ... en vraag het aan papa...

Adolfine, verwonderd, zag op, onder uit haar rode ogen. Haar had getroffen, dat Constance, zo plotseling, veranderde van toon, van onwilligheid tot willigheid — en ook trof het haar, dat Constance niet scheen te willen beslissen... alle beslissing overliet aan Van der Welcke.

Addy, dadelijk, ging naar boven. De beide zusters, stil, bleven alleen; in de serre de oude vrouw...

— O... Constance! zei Adolfine; zou je denken, dat Van der Welcke...

Zij voltooide niet, maar vroeg:

— Ja... je huishouden zal wel duur zijn?

— Ja, zei Constance; het is heel duur, en het is...

— Wat?

— Het geld van mijn man... voor mijn familie.

— Maar de kinderen hebben toch wat?

Constance haalde de schouders op.

— Je weet precies wat ze kunnen hebben. Ieder een paar duizend gulden.

— Nu maar, dat is toch wàt...

— Dat laten we voor hen liggen... en komen er niet aan.

— Zo? zei Adolfine verwonderd. Maar dan is er toch mama nog.

— Mama... zei Constance.

— Ja, je hebt haar geld toch ook, zei Adolfine de ogen in Constance's ogen.

Constance gaf haar de blik terug.

— Beste Adolfine, zeide zij zacht. Omdat mama niet in staat is haar zaken af te doen, berust haar vermogen bij onze notaris, in Den Haag, die het voor haar beheert...

— En de rente...?

— Op rente zet. Wij ontvangen niets van het geld van mama. Wist je dat niet?

— Neen...

— Bij de notaris zijn voor alle broers en zusters de boeken in te zien.

— Waarom doe je dat?

— Omdat wij niets willen nemen van het geld van mama.