Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/749

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

neen, toch nooit... O, ik weet het niet, ik weet het niet... Ik hou wel van Johan... nu, als ik vrij was... jong meisje nog... Maar... Addy... de kinderen... Ik weet het niet, ik weet het niet... Daarom juist meende Addy... dat het goed zou zijn... enige tijd... elkaar niet te zien...? Hoe zal hij de kinderen missen!... O God, gaat hij... gaat hij werkelijk?! Ja... ik hoor hem boven... pakken... Wat zullen de mensen zeggen... Het komt er niet op aan... Zeggen, dat hij studeren moet... daar... kalm te Driebergen... Zo... iets vinden... om de mensen te zeggen... ook al zullen ze begrijpen... Ik... ik kan niet meer naar Driebergen... O, hoe moet het worden, hoe moet het worden... Juist... dat weet Addy ook niet... Weet ik het — weet ik het?... Neen... o God... ik ook niet... Johan... hou ik van hem... zàl ik van hem gaan houden... nu ik minder van Addy hou...? Ik weet het niet... ik weet het niet... O, als ik mijn kinderen niet had... Nu... nu zou ik wensen... o God... nu zou ik zo gaarne wensen... om hem... voor mijn kinderen... daar ... in Driebergen... in het huis... bij hen àllen... gelukkig te kùnnen zijn... er terug te keren... er terug te keren?! Zàl ik er ooit terugkeren...? Zal ik later... toch Johans vrouw zijn... O, het is alles zwart... onduidelijk... Addy zegt, het wordt van zelf... Wij weten niets, zegt hij... Moet ik het zo laten worden... als het wordt... Maar wat zal het worden... O, Addy... die zo knap is... hij kan zelfs geen oplossing vinden...! Er is... er is nog geen oplossing! Zal er ooit een oplossing komen... O, als ik terug kon gaan... naar het huis... daarginds... Zou ik het ooit kunnen... Misschien na jaren...? Misschien toch nooit? Wie weet het? Houdt Johan... van mij... veel? Niet alleen... omdat hij mij mooi vindt... niet alleen... daàrom...?! O, zo alleen heeft Addy van mij gehouden... Nu weet ik het, nu weet ik het... met dàt idee alleen: gezonde kinderen... Nu... zijn wij nu gescheiden... gescheiden... voor altijd? Of... komen wij weer... bij elkaar terug...?? Zal het weer goed worden tussen ons... als tussen man en vrouw... Of niet... Ik hou wel van Johan... Hij is zo gewoon, zo eenvoudig: ik zou met hem... heel gelukkig... eenvoudig zijn geworden... zonder al dit... bedenken... van dingen... die ik niet grijpen... niet tasten kan... en die daar... in het huis... daarginds... in Driebergen... over mij zijn komen spoken... langzamerhand... O, als ik mij kon dwingen... zo, dat ik... daar weer leven kon...! Of zal ik dat toch nooit kunnen... En zal ik over twee, drie, vier jaren... Johans vrouw zijn... misschien... en de kinderen, de arme kinderen... aan Addy... aan hem alleen afstaan...

Nu snikte zij, niet wetende.

De dagen, de maanden, zouden voortweven lang en langer aaneen, voordat zij weten zou...