Naar inhoud springen

Pagina:Couperus, De boeken der kleine zielen (1901-1903).djvu/94

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

De twee studenten kwamen boven.

— Ongezellige boel tegenwoordig, zei Frans. Je vindt nooit iemand in de salon, als je thuis komt. Het is òf partij, òf rommel.

— God, wat ziet jullie kamer er uit!

— Wacht, wil ik mee uitpakken?


— Mevrouw, ik versta niets van wat de baboe zegt van de jonge mevrouw.

— Mau apa, Alima?

— Njonja moeda vraagt of njonja besar even boven komt, zei de baboe, in het Maleis.

— Ja, ik kom dadelijk.

— Wat doen jullie hier? riep Marietje aan de deur. Mama, is Emilie's japon gekomen? Mag ik zien?

— Mevrouw, daar is de oude mevrouw en mevrouw Van der Welcke... Vragen of de dames in de salon wachten?

— Oma! gilde Frans naar beneden.

— Wacht, zei Henri, de trap afrennende. Ik zal oma en tante halen...

Marianne begon te snikken.

— Mijn God, wat is er nu, Marianne? riep Bertha.

— Ik word gek! riep Marianne.

Emilie zoende haar.

De oude mevrouw Van Lowe kwam langzaam de trap op, galant geleid door haar kleinzoon, tegemoet gekomen door haar andere kleinzoon.

— Oma, de bruidsjapon van Emilie is gekomen en ze moet hem passen! riep Marietje opgewonden.

— Ben ik niet te veel? vroeg Constance.

— Neen, Constance! riep Bertha. Zeker niet. Kom binnen.

Van boudoir en slaapkamer stonden alle deuren open. Louise was binnengekomen — meestal hield zij zich buiten de druktes — en zij plooide met Bertha en de kamenier de witte japon uit, die de gehele kamer plotseling vulde met een sneeuwschitterende blankheid.

— Wat is er, baboe? vroeg mevrouw Van Lowe.

— Njonja moeda vraagt of njonja besar even boven komt, herhaalde de baboe. Maar als de Kandjeng njonja besar misschien zou kunnen komen... voegde zij er aan toe, de titels op elkaar stapelend uit eerbied voor de oude mevrouw, die de njonja besar Bogor was geweest.

— Dan zal ik maar even gaan, zei de oude mevrouw. Constance kom je mee...

Heel langzaam, een beetje moe van de trappen, ging de oude mevrouw de treden op, haar hand aan de leuning. Constance volgde haar. Op de bovenverdieping tochtte het met plotselinge waai: deuren sloegen.

— Baboe... staat er een venster open?