Deze pagina is proefgelezen
God had deenis met ons lot!
’t Zijn Zijn weldaân die ons voeden,
die ons hoeden;
Hy is ’t, die voor onzen nood
eedle harten open sloot!
O! laat onze zwakke klanken
Hem bedanken
tot den jongsten levensaâm
en die brave stervelingen
meê bezingen,
die ons redden in Zijn naam!
’t Zijn Zijn weldaân die ons voeden,
die ons hoeden;
Hy is ’t, die voor onzen nood
eedle harten open sloot!
O! laat onze zwakke klanken
Hem bedanken
tot den jongsten levensaâm
en die brave stervelingen
meê bezingen,
die ons redden in Zijn naam!
2.
Dat de beê, die wy verheffen,
U moog treffen,
God,
God, Beschermer van ons lot!
overlaad, o Heer, die braven
met uw gaven,
die onze onmacht, onze jeugd
leiden tot geluk en deugd!
Immer zullen onze klanken
U bedanken
tot den jongsten levensaâm,
en die brave stervelingen
meê bezingen,
die ons redden in Uw naam!
U moog treffen,
God,
God, Beschermer van ons lot!
overlaad, o Heer, die braven
met uw gaven,
die onze onmacht, onze jeugd
leiden tot geluk en deugd!
Immer zullen onze klanken
U bedanken
tot den jongsten levensaâm,
en die brave stervelingen
meê bezingen,
die ons redden in Uw naam!
SLOTZANG.
1.
1.
Aan God zij de glorie!
Geluk en Viktorie
ontspruiten van Hem!
Verhef u naar boven.
om Zijn naam te loven,
klink luid, o mijn stem!
Geluk en Viktorie
ontspruiten van Hem!
Verhef u naar boven.
om Zijn naam te loven,
klink luid, o mijn stem!
2.
Hoor, Hemel, hoor Aarde!
de kracht, die u baarde,
de kracht, die u baarde,