Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/235

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
een hooger denkkracht schenkt in meer verfijnde lucht.
Die deelt uw oppermacht, verheft de ontvlamde zielen,
en dwingt de luistrende aard voor 't voorwerp neêr te knielen,
dat hy, veredeld of geschapen in zijn lied,
aan d' opgetogen geest in al zijn grootheid biedt.
't Gevoel dat in hem leeft, door geen geweld te doven,
schiet allen weêrstand met vernieuwden gloed te boven:
niets in het wijd Heelal is dit gevoel te hoog,
en meer zelfs dan natuur omvangt des dichters oog!

Wat stervling waant dan nog dit onbegrensd vermogen
omsloten in den kring van hersenschim en logen,
en bant hem uit uw rijk, o Wijsbegeerte! kroost
des hemels, die u zond het aardsche leed ten troost?
Neen! aan geen krijg alleen, geen bloedige tafreelen
van heldenkracht en moord, geen losse minnespelen,
geen treur- of zegelied, geen herderlijken kout
is 's dichters stem gewijd! Meer uitgebreid, meer stout,
waagt zy 't in grover lucht den zang der hemelkoren
te volgen, en verheft den lof van d' Ongeboren,
en kweekt in 't menschlijk hart de erkentnis voor zijn God,
leert hem vertrouwen op Zijn zorgen, leert hem 't lot
verwinnen, en dees aard, dit stofgewaad verachten,
maar in een beter oord een beter noodlot wachten.
Dit durft ge, o Poëzy! niet roekloos als Ikaar
de heemlen naadrend met geleende vleuglen, maar
gelijk der vooglen vorst door eigen aart gedreven
en d' aandrang der natuur! Uw wezen dus verheven
smelt Schoon- en Waarheid in zijn Godlijk vuur tot één!

Maar wat is dan die bron van uw aanloklijkheên?
Wat is die oorzaak van uw uitgestrekt vermogen?
Godes! verspreid uw licht voor mijn verlangende oogen! —
'k Erken het, 't is gevoel wat 's dichters geest ontsteekt,
wat in uwe aadren leeft en uit uw boezem spreekt.
Uw wezen is gevoel : dit deelt ge uw priesterscharen,
wier stem u aanroept, meê! Gelijk de zilvren snaren
op d' indruk trillen van de hand die haar bespeelt,
zoo ijlings storten ze uit, wat dit gevoel beveelt.
Wee hem, die dit miskent, en de onbezielde klanken