Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/236

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
aan 't pijnigende werk van 't koude brein moet danken!
Heil wie dien indruk volgt! Met Englen in verband
ontvalt hem op uw wenk de sluier, die 't verstand
benevelde, en gy-zelf, aanbiddelijke Waarheid!
straalt in ' t aanbiddend oog met onbeperkte klaarheid.
Want gy ook spreekt in 't hart, dáár doet ge ons 's werelds Heer
gevoelen, dáár ons-zelf, dáár plicht en recht en eer!
Wáár anders werd de band, de heilge band gesloten,
die de oudren kluistert aan hun kroost, die echtgenooten
omvat, die mensch en mensch verbroedert en veréént?
Ja! wat gy edelst hebt, is uit uw hart ontleend;
vergeefs in 't hoofd gezocht wat dáár slechts is te vinden,
onzeekre stervling, ook door Rede te verblinden!
Ach! raadpleeg uw gevoel; verlicht door hooger macht,
is 't Godspraak wat zy meldt, niet straffeloos veracht.
De Rede volg' haar stem! Ze is in dit korte leven
't Hart, door de weldaad van uw God, ten dienst gegeven.
Dit heersche op haar en u; zy schrijf' geen wetten voor,
noch kies' zich-zelve een weg, u lokkend op haar spoor.
Beef, zoo zy 't onderstaat, en van haar boei ontslagen
u meêvoert in de vaart, die ze onbezuisd dorst wagen!
Beef! de afgrond is het eind van haar verdwaalden loop!
Die dwaling boette ge ook, geschokt, verzwakt Euroop!
Uw bodem werd gekweekt in bloed- en tranenstroomen,
sints 't wufte menschdom in bedriegelijke droomen,
als waarheid voorgesteld, zich-zelf een bron ontsloot
van plagen zonder tal, van misdaad, krijg en dood!
De Rede was 't, wier trots, verhit en onberaden,
de stem van 't hart, de stem der Godheid dorst versmaden,
geen waarheid hulde deed dan die haar kortziend oog
mocht treffen, en wat aard en aardsch begrip te hoog,
zich langs verheevner weg aan 't menschdom openbaarde,
van op haar rechterstoel voor hersenschim verklaarde!
Helaas! dees schuldige eeuw, door gruwelen berucht,
zag in haar dolle drift gezag en wet ontvlucht
allengs haar dwinglandij verbreiden, 's menschen zielen
vervreemden van hun aart, en voor een afgod knielen,
door 't licht verblinde volk voor Waarheid aangebeên!