Deze pagina is proefgelezen
Ja! op Golgotha onthuld
staat ook ’t raadsel dezer dagen!
op den bodem aller vragen
ligt des werelds zondeschuld.
Waart ge in staat die weg te dragen,
menschenkindren, aardsche goôn?
Zoo bestijgt den zegewagen —
maar zoo niet, aanbidt den Zoon!
En verwacht het heil van Hem.
grooten, kleinen, zondaars, volken!
In dat kraken Zijner wolken
dreigt een oordeel, roept een stem.
Dat Hem alles hulde geve,
hymnen brenge, knieën buig’!
Hem, den Richter! de aarde beve!
Hem, den Koning! de aarde juich’!
grooten, kleinen, zondaars, volken!
In dat kraken Zijner wolken
dreigt een oordeel, roept een stem.
Dat Hem alles hulde geve,
hymnen brenge, knieën buig’!
Hem, den Richter! de aarde beve!
Hem, den Koning! de aarde juich’!
Plascht het traanen, ruischt het bloed,
dondren woede en lasterkreten?
God als koning is gezeten
over d ’opgezetten vloed.
Wederkaatst door hemelpsalmen,
antwoordt uit het heiligdom,
midden onder de onweêrsgalmen,
’t jongste woord Zijns Woords: Ik kom.
dondren woede en lasterkreten?
God als koning is gezeten
over d ’opgezetten vloed.
Wederkaatst door hemelpsalmen,
antwoordt uit het heiligdom,
midden onder de onweêrsgalmen,
’t jongste woord Zijns Woords: Ik kom.
1648 EN 1848.
UITGESPROKEN IN DE
OPENBARE VERGADERING,
DER TWEEDE KLASSE VAN HET KONINKLIJK NEDERLANDSCH
INSTITUUT VOOR WETENSCHAPPEN, LETTEREN EN SCHOONE
KUNSTEN, OP DEN 25sten APRIL 1848.
Op dat men wete van den opgang der zon en van den
ondergang, dat er buiten My geen God is. Ik ben de Heer
en niemand meer. Ik formeer het licht en schep de duis-
ternis, Ik maak den vrede en schep het kwaad. Ik de
Heer doe alle deze dingen.Jes. XLV:6, 7
ondergang, dat er buiten My geen God is. Ik ben de Heer
en niemand meer. Ik formeer het licht en schep de duis-
ternis, Ik maak den vrede en schep het kwaad. Ik de
Heer doe alle deze dingen.Jes. XLV:6, 7
Zestienhonderd acht en veertig'
Doorgeworsteld was de kamp, —
en ten eind de schriktafreelen
van een dertigjaar'gen ramp,
Doorgeworsteld was de kamp, —
en ten eind de schriktafreelen
van een dertigjaar'gen ramp,