Deze pagina is proefgelezen
noch van den troon zelfs was geweken.
Zoo werd hy meester van den grond
gelegen aan des Syrmos mond,
naast Thraciës onvruchtbre streken.
Maar dieper in het vaste land
lag stad op stad in d’ eigen band,
met die de Hellespontsche stroomen
en die Propontis zee omzoomen,
en Pontus onherbergzaam strand
Ook de eilanden, om wie de golven klotsen
door Egeus val berucht, bestierden zijn geboôn:
als Lesbos, rijk in druiventrossen,
net Naxos, Chios, wien de Goôn
den mildsten wijnoogst steeds verleenen,
en Paros, door haar marmersteenen
beroemd, en Andros, en Mycoon:
en de aan de zee nabijgelegen steden,
de hoofdvest van Ikaar,
en Temnus, Rhodus, Guidus, waar
de Mingodin op ’t sterkst wordt aangebeden;
en Paphus, Solus, Cyprus glans;
en gy, o Salamis! die ’t aanzijn hebt gekregen
van ’t plekjen, waar de Grieksche lans
het heir der Perzen heeft doorregen.
Al wat de Griek in Azië bezat
werd in Darius rijk omvat,
en ’t bleef door zijn beleid den ouden bloei bewaren.
Zijn troon werd ondersteund door duizend heidenscharen,
en op den eersten wapenkreet
was bond- by bondgenoot gereed,
voor hem ten krijg te spoeden.
En nu — nu zuchten we onder ’t woeden
van d’ op ons rijk vergramden God.
Ach! in de roodgeverwde golven
waarin ons leger werd bedolven,
toont zich de willekeur van ’t omgewenteld lot.
Zoo werd hy meester van den grond
gelegen aan des Syrmos mond,
naast Thraciës onvruchtbre streken.
Maar dieper in het vaste land
lag stad op stad in d’ eigen band,
met die de Hellespontsche stroomen
en die Propontis zee omzoomen,
en Pontus onherbergzaam strand
Ook de eilanden, om wie de golven klotsen
door Egeus val berucht, bestierden zijn geboôn:
als Lesbos, rijk in druiventrossen,
net Naxos, Chios, wien de Goôn
den mildsten wijnoogst steeds verleenen,
en Paros, door haar marmersteenen
beroemd, en Andros, en Mycoon:
en de aan de zee nabijgelegen steden,
de hoofdvest van Ikaar,
en Temnus, Rhodus, Guidus, waar
de Mingodin op ’t sterkst wordt aangebeden;
en Paphus, Solus, Cyprus glans;
en gy, o Salamis! die ’t aanzijn hebt gekregen
van ’t plekjen, waar de Grieksche lans
het heir der Perzen heeft doorregen.
Al wat de Griek in Azië bezat
werd in Darius rijk omvat,
en ’t bleef door zijn beleid den ouden bloei bewaren.
Zijn troon werd ondersteund door duizend heidenscharen,
en op den eersten wapenkreet
was bond- by bondgenoot gereed,
voor hem ten krijg te spoeden.
En nu — nu zuchten we onder ’t woeden
van d’ op ons rijk vergramden God.
Ach! in de roodgeverwde golven
waarin ons leger werd bedolven,
toont zich de willekeur van ’t omgewenteld lot.