Naar inhoud springen

Pagina:Da Costa's Kompleete Dichtwerken (Hasebroek, 1876).pdf/697

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen
naar steeds groenend van de weldaân,
die er God op reegnen deed.

In den snellen loop der jaren,
wat ontviel u, edel Paar?
’t IJdel eener ijdle werel
ver en vreemd van ’t eeuwig waar!
En wat vondt ge ter vervanging
van die wereld en haar lust?
In het bloed des kruises vrede,
in eens Heilands liefde rust!
met een kroon nog daar benevens
van twee zonen (kostbaar pand!)
en twee dankbre kweekelingen,
hoop, als zy, van ’t vaderland.

Zie ze groeien, zie ze bloeien,
zie ze rijpen, God ter eer,
voor de dienst van Neêrlands koning —
voor de dienst van Hooger Heer!

Jonge vrienden, feestgenoten!
kwijt uw harten, vrij en blij,
maar dat den indruk, die u nablijft
tevens ernst en waarheid zij!
Wilt ge erkentlijkheid vergelden
voor de liefde van dit Huis?
Kiest, als eens uw vrome moeder,
Christus vaan en Christus kruis!

En gy zonen-zelv’ des Huizes!
draagt ook gy een schoonen naam,
naam, gevierd van Oost tot Westen
met dier vorsten roem te zaam,
die den Vlaamschen schedel dekten
met de Constantijnsche kroon
of by Leuven triumfeerden
hunner helden moed ten loon?
Leert vooral de plicht waardeeren
die zich vasthecht aan uw naam!
Leert hem voeren ridderaartig,
zonder trots en zonder blaam: —