verbeteringen meer en meer benemen. In die zelfde groep zullen de latere en hooger ontwikkelde ondergroepen, door zich te vertakken en zich op vele nieuwe plaatsen in de huishouding der natuur te vestigen, steeds streven om de vroegere en minder verbeterde ondergroepen te verdringen en te vernietigen. Kleine en verbrokkelde groepen en ondergroepen zullen eindelijk verdwijnen. Wij mogen voorspellen voor de toekomst dat die groepen van bewerktuigde wezens, welke nu groot zijn en anderen overwinnen en het minst verbrokkeld zijn, dat is die tot heden het minst uitgeroeid zijn, nog langen tijd aaneen zullen volhouden met zich uit te breiden en te vermeerderen. Doch welke groepen er ten laatste zullen overblijven kan geen mensch voorzeggen: wij weten dat ook vele groote groepen, die voorheen ten hoogste ontwikkeld waren, toch uitgestorven zijn. Nog verder in de toekomst ziende mogen wij voorspellen dat ten gevolge van de steeds en onophoudelijk voortgaande toeneming der grootere groepen, er eene menigte van kleinere groepen ten laatste zullen uitsterven en dat zij geene gewijzigde afstammelingen zullen achterlaten, en gevolgelijk dat van de soorten, die in het eene of andere tijdvak leven, uiterst weinigen nakomelingen in een ver verwijderd tijdperk zullen hebben. Wij zullen in ons hoofdstuk over de rangschikking tot dit onderwerp terugkeeren, doch hier mag ik nog bijvoegen dat, met het oog op de uiterst weinige soorten van voorheen die afstammelingen hebben nagelaten, en met het oog op de omstandigheid dat alle afstammelingen van de zelfde soort eene klasse uitmaken, wij kunnen begrijpen hoe het komt dat er tegenwoordig slechts weinige klassen bestaan in elke groote afdeeling van het dieren- en plantenrijk. Ofschoon uiterst weinigen van de oudste soorten thans levende en gewijzigde nakomelingen hebben, zal echter in het oudste geologische tijdvak de aarde even goed als tegenwoordig bevolkt zijn geweest met vele soorten van vele geslachten, familiën, orden en klassen.
Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/156
Uiterlijk