worden. Zijn er 10 of 5 of 3 of ook slechts 2 verschillende grondvormen van planten en dieren geweest, dan moet er ook eene schepping geweest zijn. Is er slechts één grondvorm geweest, dan moet eene soort van priestleysche groene materie, die nog geene bewerktuigde soort voorstelt, het punt van uitgang der geheele bewerktuigde wereld zijn geweest." — Neen, dat zegt darwin niet. Daar schijnt eene beschuldiging van materialismus in te liggen, en dat is eene onverdiende beschuldiging! Hooren wij de eigene woorden van darwin: "Ik geloof dat alle dieren afstammen van ten hoogste vier of vijf stamvormen, progenitors; en de planten van een even groot of kleiner getal. De analogie zou mij eene schrede verder kunnen leiden, namelijk tot het geloof dat alle dieren en planten afstammen van een enkelen grondvorm, een prototype. Doch de analogie is geen veilige gids. Desniettemin, alle levende wezens hebben zeer veel met elkander gemeen in hunne scheikundige zamenstelling, in hunne kiemen, in hun celweefsel, in de wetten van hunnen wasdom en voortteling. Wij zien dit in de omstandigheid dat het zelfde vergif dikwijls op gelijke wijze planten en dieren aandoet, of dat het vergif van de galwesp gelijke uitwassen verwekt op de wilde roos en op den eikenboom. Daarom zou ik door de analogie genoopt worden om aan te nemen, dat waarschijnlijk alle bewerktuigde schepselen, welke ooit op aarde geleefd hebben, afkomstig zijn van een eersten vorm, eenen grondvorm, waar het leven eerst door den Schepper was ingeblazen."
Zoo spreekt geen materialist, zoo spreekt de denker, die niet schroomt zijn gevoelen te zeggen, al strijdt het tegen oude denkbeelden en ingewortelde vooroordeelen. Ook zegt hij zelf, als voorzag hij hoe de kwaadwilligheid zijne denkbeelden zou trachten te verwringen: "Ik zie geen enkele reden waarom de leer, in dit boek verkondigd, de godsdienstige gevoelens van den een of anderen zou kunnen schokken. Een beroemd schrijver en geestelijke schreef mij: "dat hij al voortlezende