Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/276

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
260
REGISTER.

Insekten (Kaken van), blz. 98.
  (Onvruchtbare), 247.
  (Onzijdige), 207.
Instinkt en gewoonte, 223.
  (Graden in het), 225.
  (Wijzigingen van het), 224.


 K.

Kaardebol (Wilde), 41.
Kakkerlak, 87.
Kalkoenen (Jonge), 231.
Kamrat, 151.
Kat (Staart van de), 215
Katten met blaauwe oogen, 21.
  van zuiver ras, 52.
  (Doove), 158.
  (Driekleurige), 158.
Kattywarpaard, 177.
Kenmerken, (Bijkomende sexuele), 165.
  (Terugkeer tot voorouderlijke), 36, 175.
  (Uiteenspreiding der), 124.
  (Uitwendige), 49.
Keus (Eene goede), 45.
  (Omstandigheden die gunstig zijn voor de), 51.
  (Onopzettelijke), 46.
  (Sexuele), 99.
Kevers (Pooten van), 171.
Kiekens (Jonge), 231.
Kirby, over de tarsi van kevers, 149.
Kiwi, 195.
Klapekster, 197.
Klaver (Roode), 84, 106.
Klawieren aan de takken, 211.
Kleuren (Veranderingen van de), 147,
Klimaat (Het gewennen aan het), 154.
  (Invloed van het), 79.
Klipduiven, 34,
Knaagdieren in holen, 151.
Knight (Andrew), over manwijven, 108.
  over het voedsel, 17.
Koekoek (Instinkt van den), 232.
Koelan, 177.
Koet, 199.
Kölreuter, over meeldraden, 110.
Konijn (Wilde), 29.
Konijnen (Jonge), 230.
Kool, 161.
  (zaailingen van), 111.
Koolmees, 197.
Koolraap, 173.
Korhoen, blz. 96.
Kraai in Egypte (Bonte), 227.
Krokodillen (Vechtende), 100.
Kropper, 32.
Kroppers (Staartpennen van), 173.
Kruising, 108.
  (Onderlinge), 116.
Kunstkeus, 40.
Kruisbessen, 44.
Kwartelkoning, 199.


 L.

Lagopus mutus, 60, 96.
  scoticus, 60, 96.
Lanius, 197.
Larven (Spieren van), 57.
Leeuw (Manen van den), 100.
Leeuwebek, 175.
Leguminosen, 104.
Leontodon taraxacum, 88
Lepidoptera 151.
Lepidosiren, 120.
Lepsius, over tamme duiven, 38.
Leven van vele wezens bij elkander, 81.
Levensvoorwaarden (Veranderingen der), 93.
Licht (Aberratie van het), 216.
Ligging (Afgezonderde), 119.
Linnaeus, over de toeneming in getal, 74.
Livingstone, over tamme rassen, 45.
Lobelia fulgens, 84, 111.
Lubbock, over de zenuwen van de schildluis, 57.
Lucas (Prosper), over erfelijke afwijkingen, 22.
Lijster (Groote), 87.
Lyell (Charles), over de mededinging, 72.


 M.

Madeliefje, 159.
Maki (Vliegende), 194.
Malthus (Leer van), 13, 74.
Marentak, 11.
Manwijven, 113.
Marshall, over de schapen in Yorkshire, 51.
Martin, over het paard, 178.