Bezinksels (Fossilenvoerende), 53.
Bizcacha, 109, 195.
Bladluis, 208, 214.
Bloemkool, 221.
Blyth, over het gebulte rund, 11.
„„indische ganzen, 10.
Bosquet, over een cirripeed uit het krijt van België, 63.
Brassica napus, 188.
„rapa, 188.
Brent, over postduiven, 123.
Bromelia ananas, 188.
Bronn, over den duur van soortvormen, 52.
Brown (Robert), over grassen, 181.
Buckland, over verwantschappen, 88.
Buideldieren, 99, 195.
Buzareingues (Girou de), over de pompoen, 28.
C.
Candolle (De), over landplanten, 148.
„over planten van Nieuw Holland, 141.
Calceolaria, 8.
„integrifolia, 8.
„plantaginea, 8.
Capybara, 110.
Castor fiber, 110.
Catesetum, 189.
Cantley, over zoogdieren van Indie, 100.
Cephalopodia, 208.
Cervulus reevesii, 10.
„vaginalis, 10.
Chiton, 47.
Chthlamalinae, 47.
Chthlamalus, 47, 64.
Cirripeden (Fossile), 63.
„(Eijerdragende strooken van), 219.
Cirripedia, 47, 189.
Clausen, over beenderenholen, 98.
Clift, over fossile zoogdieren, 98.
Cnestis, 180.
Columba oenas, 39.
Colymbetes, 148.
Compositae, 218.
Conglomeraat in de Cordilleras, 42.
Connaraceae, 180.
Connarus, 180.
Coypu, 110.
Crinum capense, 6.
„revolutum, 6.
Crustaceae, 96.
Cucurbita pepo, 28.
Cuvier, over apen in tertiaire lagen, 62.
„„gewervelde dieren, 89.
D.
Dana, over schaaldieren, 137.
Dasyprocta aguti, 109.
Dawson, over landschelpen, 47.
„over steenkoolbeddingen, 55.
Deelen, (Gemetamorphoseerde), 203.
Dianthus, 13. 14.
Dieren, (jonge en oude), 211.
„en planten van Nieuw Zeeland, 97.
Ditycus, 148.
Doggen en hazewinden, 211.
Dromaius Novae Hollandiae, 109.
Duikerkever, 148.
Duiven, (jonge tamme), 211.
E.
Earl (Windsor), over zoogdieren op eilanden, 158.
Edentata, 99.
Edwards (Milne), over het embryo, 183.
„„over typen, 198.
Eilandbewoners, 163.
Embryo, 205.
„(veranderingen van het), 209.
Embryoos, 215.
Embryologie, 205.
Emu, 109.
Enting, 18.
Eyton, over ganzen, 10.
F.
Falconer, over de subhimalaysche bezinksels, 72.
„over de keerkringen, 139.
„„den mastodon, 94.
„„zoogdieren van Indie, 100.