Pagina:Darwin - Het ontstaan der soorten (1860).djvu/86

Uit Wikisource
Deze pagina is gevalideerd
72
OVER DEN STRIJD VOOR HET BESTAAN.

eene magt steeds tot handelen vaardig, en gaat de zwakke pogingen van den mensch even onmetelijk ver te boven als de werken der natuur die van de kunst te boven gaan.

Wij willen nu dien strijd om bestaande te blijven eenigzins naauwkeurig beschouwen, hoewel er in mijn volgend werk meer uitvoerig over gesproken zal worden. De oudere de candolle en charles lyell hebben breedvoerig en wijsgeerig bewezen, dat alle bewerktuigde wezens aan eene ernstige mededinging van anderen zijn blootgesteld. Ten opzigte van de planten is dit onderwerp door niemand met zooveel bekwaamheid behandeld als door w. herbert. Niets is gemakkelijker dan de waarheid, dat er steeds een strijd des levens gestreden wordt, toe te stemmen; maar niets is moeijelijker—ten minste ik heb dit bij ondervinding—dan steeds die waarheid voor oogen te houden. Want indien ons verstand er niet als 't ware geheel van doordrongen is, zien wij de geheele huishouding der natuur, met de verspreiding, de zeldzaamheid, den overvloed, de uitsterving en de verandering der schepselen als in eene schemering, of wel wij verstaan dat alles verkeerd. Wij zien het uitzigt der natuur schitterende van licht en vreugde; wij zien overal een overvloed van voedsel; maar wij zien niet, of wij vergeten te zien dat de vogelen, die zoo vrolijk rondom ons zingen, veelal van insekten of van zaden leven en derhalve onophoudelijk bezig zijn met leven te vernietigen; of wij vergeten hoe veelvuldig die kleine zangers of hunne eijeren of hunne jongen vernietigd worden door roofvogels of roofdieren; wij denken er niet altijd aan dat ofschoon er nu voedsel in overvloed is, zulks geenszins in elk jaargetijde of in elk jaar het geval is.

Ik moet hier doen opmerken dat wij de uitdrukking "de strijd voor het bestaan" in ruimen en overdragtelijken zin gebruiken, insluitende de afhankelijkheid van het eene schepsel van het andere, en, wat van veel meer belang is, ook die toestanden waarvan niet slechts het leven van het individu,