Pagina:DeOntwikkelingVanHetSocialisme (Engels 1886).djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

25

beperkten omvang zijner eigen kennis en2o. door de eveneens beperkte kennis van zijn tijd. Daarbij kwam een derde. Hegel was idealist, d.w.z. de gedachten van zijn hoofd golden voor hem niet als de min of meer abstrakte afdruksels der werkelijke dingen en gebeurtenissen, maar omgekeerd golden de dingen en hun ontwikkeling slechts als de verwerkelijkste afdruksels der gedachte die reeds bestond vóor de wereld. Daardoor was alles op den kop gezet en de werkelijke samenhang der wereld geheel omgekeerd. En hoe juist en geniaal ook menige samenhang der afzonderlijke verschijnsels ook was opgevat door Hegel, toch moest toch wegens de aangevoerde gronden ook in bizonderheden veel geknutseld en samengeflanst, in 't kort: verkeerd uitvallen. Het stelsel van Hegel was een kolossale misgeboorte, maar de laatste van die soort. Het leed nl. nog aan innerlijke onteelbare tegenspraak: aan ne eene zijde ging het uit van de geschiedkundige beschouwing volgens welke de menschelijke geschiedenis een ontwikkelingsproces was, dat van nature niet door de ontdekking van een zoogenaamd absoluute waarheid zijn verstandelijke voltooiing kon vinden; aan de andere zijde echter beweert het inbegrip te zijn zelfs dezer absoluute waarheid. Een alomvattend, voor altijd afgesloten stelsel van natuur- en geschiedkennis staat tegenover de grondwetten van het dialektisch denken; wat intusschen geenszins buitensluit maar integendeel insluit dat de systematische kennis der geheele uitwendige wereld van geslacht tot geslacht reuzenvorderingen kon maken.

Het inzicht in de algeheele verkeerdheid van het Duitsche idealisme voerde noodzakelijk tot het materialisme, wel te verstaan niet tot het enkel metafysisch, uitsluitend mechanisch materialisme der XVIIIe eeuw.