Pagina:DeOntwikkelingVanHetSocialisme (Engels 1886).djvu/38

Uit Wikisource
Deze pagina is proefgelezen

34

gaven haar voortbrengselen goedkooper dan de producenten in 't klein. Dezen moesten dus op 't eene gebied voor en het andere na het onderspit delven, de maatschappelijke productie bracht revolutie in de geheele oude productiewijze. Maar dit haar revolutionair karakter werd zoo weinig erkend, dat zij integendeel ingevoerd werd als middel tot opheffing en bevordering der warenproduktie. Zij knoopte zich vast aan reeds bestaande hefboomen van warenproduktie en warenruil: koopmanskapitaal, handwerk, loonarbeid. Terwijl zij zelve optrad als een nieuwe vorm van warenproduktie, bleven de vormen van toeëigening der warenproduktie ook voor haar geldig.

In de warenproduktie, gelijk deze zich ontwikkeld had in de middeneeuwen, kon de vraag niet opkomen, aan wien het produkt van den arbeid behoorde. De producent bezat in den regel de grondstof, die hij dikwijls zelf had gekweekt en vervaardigde het met eigen arbeidsmiddelen en met eigen handenarbeid of dien van zijn familie. Het behoefde niet eerst voor hem toegeëigend te worden, het behoorde hem geheel toe. Het eigendom van het produkt berustte dus op eigen arbeid. Zelfs waar hulp van vreemden werd gebruikt, daar bleef deze in den regel bijzaak en kreeg deze meermalen behalve het loon nog andere vergoeding: de leerling en gezel in het gildenwezen werkten minder om kost en loon dan wel om zich te bekwamen voor het meesterschap. Toen kwam de opeenhooping van produktiemiddelen in groote werkplaatsen en hun gebruik als maatschappelijke produktiemiddelen. Maar de maatschappelijke produktiemiddelen en produkten werden behandeld als waren ze nu evenals voorheen de produktiemiddelen en produkten van enkele personen. Had tot hiertoe de bezitter der arbeidsmiddelen zich het