Pagina:DeVeluwe eene wandeling (Heldring & Graadt Jonckers 1845).djvu/29

Uit Wikisource
Deze pagina is niet proefgelezen

( 21 )

moet men de hutten, waar de meeste verhalen nog van va- der op zoon overgaan, niet voorbij gaan, maar even zoo- wel hier, als bij elken inwoner, die slechts eenig belang stelt in wat aan vervlogene eeuwen herinnert, vragen naar hetgeen den landman vaak toeschijnt voor den vreem- deling te nietig te zijn, en hem daarom niet te moeten ver- halen, en hetgeen hem bij nadere Kennismaking, als het ware, ontlokt moet worden. Slechts de herhaalde kennisma- king met het landvolk levert in dezen opaigte eenige re- sultaten op.

Een derde doel was het opzoeken van eenige merkwaar- dige punten op de Veluwe, die ons reeds lang toegeschenen hadden wel een bezoek of eene nasporing waardig te zijn. Onder deze behoorde vooral het Udler meer, en de plaats waar, in het Engelander holt, eenmaal onder den vrijen he- mel, in een natuurlijk in den grond gemaakt gat, de hooge geregtigheid over de Veluwe werd uitgesproken.

Deze twee bijzonder merkwaardige plaatsen waren oor- zaak, dat wij Garderen en Beekbergen ditmaal tot het hoofddoel onzer wandeling stelden, maar te gelijk besloten, den kring van dorpen, die de hooge Veluwe in haar mid- den omkranst, van nabij in oogenschouw te nemen en zoo veel mogelijk alles te beschouwen, wat er ons merkwaar- dig voorkwam.

Een vierde reden was het onderzoek naar volkszeden en ge- woonten , vooral zoodanige prijzenswaardige gebruiken der voor- vaderen na te sporen, als nog onder den landman aanwezig zijn, en deze, in tegenoverstelling van het nog zoo treurig voortwoelend bijgeloof, op te zoeken, en door het een zoo wel als het andere mede te deelen, onze lezers op iets nuttigs te wijzen, en voor iets treurigs en verschrikkelijks te waarschuwen. Voorts de huisselijke inrigting zoo veel mogelijk gade te slaan, om het stille geluk: dat ginds op