136 VAN DIETSCHEN BLOEDE
heid zochten in Embden, het toevluchtsoord voor de uitgewekenen. Een lid toch van het geslacht De Cock stond in nauwe relatie tot graf Floris van Pallandt in wiens paleis de edelen samenkwamen om hun smeek- schrift de landvoogdes aan te bieden. Graaf Floris van Pallandt zond een gezantschap van twee mannen naar Dietrich van Bronckhorst met de vraag hem hulp te verleenen bij het terugverkrijgen van zijn verbeurd verklaarde Culemborgsche goederen. Een van deze beide was Gerhardt Kock, dezelide als Gerhardt de Cock. *)
logische en heraldische navorschingen kunnen allicht hier nadere ingen verschaffen. Het wapen toch der Groningsche familie is een gekroond schild met den énhoorn als embleem.
De overgrootvader nu van ds Hendrik de Cock, het eerste lid van het Groningsch geslacht De Cock, ons nader bekend, was Gerhard Regnier de Cock, raadsheer te Groningen, gehuwd met Mettina, een dochter van het aanzienlijke geslacht der Geertsema’s. Uit dezen echt zijn acht kinderen geboren, althans acht hunner kinderen zijn in het huwelijk getreden en daaronder zes dochters, alle gehuwd met mannen van goeden huize en klank; zoo huwde Anna met Willem de Raadt, kolonel; Enna met den advocaat Swaneveld ; Itia met den advocaat Eppo Ippius®); Gerarda Mettina met ds Sissingh van Tjamsweerd; en Hermanna met ds Regnerus de Cock te Pekela. Uit het huwelijk van Enna met den advocaat Swaneveld, werd een dochter geboren die met ds Venema trouwde; eene andere dochter Titia is getrouwd met ds Havinghe, diens dochter Anna Wilhelmina huwde met den bekenden ds Lukas Fockens, een geestverwant van den vader der Scheiding, die met zijn dochters, de ,juffers Fockens” den gang van zaken in Ulrum met zoo innige en intense belangstelling volgde. *)
Uit het huwelijk van Hermanna met ds Regnerus de Cock, tot in 1806 predikant in de Ned. Herv. gemeente te N. Pekela, werd een zoon geboren die Tjaarda heette en wel naar zijn grootvader van vaders zijde, ook een predikant, den bekenden en reeds door mij genoemden ds Tjaarda de Cock van Midwolda, den man die volgens de classikale notulen inzake kerkelijke procedures niet door de Fijnen voor vol en zuiver werd gehouden, en die niet stond op de kerkelijke vergaderingen aan de zijde van Schortinghuis en zijn geestverwanten. ”)
Deze Tjaarda de Cock dan, de latere burgemeester van Wildervank,) is de vader van Hendrik de Cock, die in Veendam werd geboren toen zijn vader aldaar tot de magistratuur behoorde als assessor.
Uit het huwelijk van Tjaarda de Cock met Jansje Cappen de Boer, werden meerdere kinderen geboren. Een jongere zoon Regnerus Tjaarda de Cock, later ontvanger der registratie te Winschoten, huwde met Etje Helenius Venema, dochter van Helenius Venema en Eellven Tonckens. �